Mild en overvloedig

Jezus is het Woord, wat vlees is geworden (Johannes 1: 14). Daarom lezen we zo vaak: Jezus zei, Hij sprak. Hij sprak als gezaghebbende en niet zoals de schriftgeleerden (Mattheüs 7: 29). En Zijn spreken heeft Hij als het ware onderstreept met tekenen en wonderen. We lezen in Johannes 2 het eerste teken wat Jezus deed. Op een bruiloft in Kana, waar Hij ook genodigd was. Met Zijn moeder en een aantal discipelen. Mogelijk trouwde iemand uit de familie van Zijn moeder. Of van Jozef, die waarschijnlijk toen niet meer leefde.

Een bruiloftsfeest duurde toen een hele week. Er werd voor gezorgd dat het de gasten aan niets ontbrak. En dan, ineens, is de wijn op. Is de toeloop groter geweest dan voorzien was? Is er soms méér gedronken dan de bedoeling was?  De oorzaak ervan weten we niet. Wel dat er een soort paniek uitbrak: er is geen wijn meer. Dat betekende dat de gastvrijheid tekort schoot. En dat was een pijnlijke situatie. Vooral voor het bruidspaar.

Maar Maria, de moeder van de Heere Jezus denkt de zaak te kunnen redden. Ze zegt het tegen Jezus: ‘Zij hebben geen wijn meer’. Ze vertrouwde blijkbaar op haar zoon. Waarom?  Ze had toch nog geen teken van Hem gezien? Waarop grondde Maria de

verwachting dat Jezus hier kon helpen?  Ze weet: Hij kan redden, Hij alleen! Ze kent haar zoon immers als haar Zaligmaker. Maar, en dat moet toch wel hard voor haar zijn gevallen, als Jezus haar terugwijst: ‘Vrouw’, zegt Hij tegen Zijn moeder. En daarmee schept Hij afstand tot haar. Pijnlijk voor haar, dat Jezus haar zo aanspreekt. ‘Wat heb Ik met u te doen?’ Met andere woorden: wat is er tussen u en Mij? Maria mocht zich niet langer bemoeien met de opdracht die Jezus had.

Waarom dan niet? Jezus zegt: ‘Mijn uur is nog niet gekomen’. Daarmee bedoelt Hij het begin van Zijn lijden en sterven. Hij staat nu aan het begin van Zijn optreden. Nu zal duidelijk worden, Wie Hij is en waartoe Hij gekomen is. Om Zijn ziel te geven tot een losprijs voor velen (Mattheüs 20: 28). Een veelbelovend teken aan het begin van Zijn optreden.

Hoewel Hij Zijn moeder terugwijst, gaat Hij toch handelen. En water wordt wijn. Straks zullen onder Zijn zegenende handen broden vermenigvuldigd worden. Nu geeft Hij wijn in overvloed. Alle vaten blijken gevuld met de meest uitgelezen wijn. Van ongekende kwaliteit. Overvloed. Brood en wijn, de tekenen en zegelen van het verbond der genade. Zichtbaar bij de bediening van het Heilig Avondmaal, zoals we dat kortgeleden zagen. ‘Mijn vlees is het ware voedsel en Mijn bloed is de ware drank (Johannes 6: 55).

Dit is het begin van de tekenen, die Jezus gedaan heeft (vers 11). Water werd wijn, als teken van het  bloed van Jezus. De drinkbeker van de dankzegging is de gemeenschap met het bloed van Christus. Achter dit bloed is een schuilplaats. Het bloed van het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt (Johannes 1: 29b). Kom en zie: hier op deze bruiloft zien we Jezus, de Bloedbruidegom (Exodus 4: 25). Zonder bloedstorting is er geen vergeving. Jezus gaf Zijn bloed, Zijn leven. Daarin is verzoening van de schuld. Vergeving van alle zonden. Genoeg voor alle zonden. Er is kracht in Zijn bloed.

Grote verzoendag.

Johannes schrijft in zijn eerste brief: en Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden van de hele wereld (1 Johannes 2: 2). Ook voor uw zonden. Ziet u al die vaten vol? Doe uw mond wijd open en Ik zal hem vervullen (Psalm 81: 11b). Hij geeft mild en overvloedig.

Ds. W.C. Meeuse