Motieven

‘Wij dan wetende de schrik des Heeren bewegen de
mensen tot het geloof…’ (2 Kor. 5: 11, S.V.) 
 ‘Want de liefde van Christus dringt ons…’ (2 Kor. 5: 14)

Dit is de laatste keer dat ik wat mag schrijven voor het Kerkblad. Ik heb deze keer gekozen voor de woorden waarmee ik negen jaar geleden in mijn eerste gemeente Hedel intrede deed. Zij golden niet alleen toen, maar zij zijn ook mijn drijfveer geweest in de afgelopen jaren dat ik hier in Sliedrecht mocht werken: de liefde van Christus en de schrik des Heeren.
Paulus zegt: ik beweeg mensen tot het geloof. Ik doe een appèl op hen; ik tracht hen te overtuigen. Waarom? ‘Wij dan wetende de schrik des Heeren…’ Wat betekent dat? Dat heeft te maken met vers 10: wij allemaal zullen verschijnen voor de rechterstoel van Christus. En vanwege de negatieve consequenties die eraan verbonden zijn als je het verzoenende werk van Jezus Christus niet kent, bewegen wij mensen tot het geloof. Wij allen zullen geopenbaard worden voor de rechterstoel van Jezus Christus. En alles uit je leven gaat mee naar die rechterstoel – je keuzes, je handelingen, je gedachten, het goede en het kwade – en Jezus Christus, die door de Vader is aangesteld tot Rechter van alle mensen komt terug op ons leven. Daarom staat de dienst van de verzoening in het licht en onder het beslag van de eeuwigheid. Als Gods dienaren u aansporen om de zonde te verlaten, je schuld te belijden, jezelf te verootmoedigen voor de heilige God, als ze soms scherpe woorden gebruiken, vergeet dan nooit dat ze dat doen uit liefde, om uw heil, ‘wetende de schrik des Heeren’, vanuit de vaste overtuiging dat je alleen geborgen bent, veilig bent, door de verzoening in Christus. Zij doen dat, omdat ze weten dat ze het evangelie niet vrijblijvend spreken. Op de studeerkamer van wijlen ds. G. Boer hing een afbeelding van de apostel Paulus met daaronder Paulus’ woorden: ‘Wee mij indien ik het Evangelie niet verkondigde’. Vanuit die overtuiging en wetende de schrik des Heeren dient het evangelie verkondigd te worden.
Maar er is meer wat Paulus dreef duizenden kilometers te reizen, gevaren, gevangenissen en slagen te verdragen:
‘…de liefde van Christus dringt ons’. Wat is dat, de liefde van Christus? Wel, waarom kwam Jezus naar de aarde? Waarom verliet Hij de heerlijkheid van de Vader? Was dat om Zich te laten aanbidden en bewonderen? Was dat om Zijn glorie als Zoon van God voor het oog van heel de wereld zichtbaar te maken? Nee. Jezus – zegt Paulus in 1 Korinthe 8 – werd arm om mensen rijk te maken. De liefde van Christus was deze: Jezus wist van het naderende oordeel over de wereld en de geschiedenis – en gedreven door diepe, onpeilbare liefde was de noodzaak van verzoening voor schuldige, van God vervreemde mensen als u en ik, Hem meer dan Zijn eigen heerlijkheid en positie bij de Vader. Hij schaamde Zich niet om de gestalte van een dienstknecht aan te nemen.
Wel, dat voorbeeld van Jezus is ook Paulus’ motivatie. ‘En Hij is voor allen gestorven, opdat  degenen die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem Die voor hen gestorven en opgewekt is’ (vs. 15). Niet meer voor jezelf leven. Dat staat haaks op onze cultuur waar alles draait om jezelf. Maar je kunt geen christen zijn, je kunt Hem niet dienen en volgen als je niet bereid bent te sterven aan jezelf. Dat geldt zeker voor dienaren van God in deze wereld. Zij moeten leren niet meer voor zichzelf te leven, maar voor Hem en voor hun naasten. De noden en behoeften van Gods gemeente wegen heel wat zwaarder dan hun persoonlijke belangen en motieven. Kijk naar Paulus’ leven: hij heeft zichzelf moeten wegcijferen. Paulus heeft pijn, verdriet, honger, slagen, angst doorstaan – en toch ging hij door. Door met de volvoering van zijn levenstaak. Om het evangelie te verkondigen aan mensen die hijzelf vroeger had vervolgd. Dat was een ereschuld voor hem. Als ik het evangelie verkondig, los ik een schuld in.
Dat was ook mijn dienst hier in Sliedrecht: aflossing van mijn schuld bij God. Een ereschuld. Want ik ben voor eeuwig schuldenaar aan Gods genade!

M. Klaassen