Nieuwe ministersploeg

 

‘En Hij riep Zijn twaalf discipelen’ (Mattheüs 10: 1a)

Maandag 10 januari is het zover. De nieuwe ministersploeg staat dan op het bordes. Premier Rutte in het midden, daaromheen de overige ministers. Kabinet Rutte IV kan aan de slag.
Opvallend is het bescheiden begin. Geen verre plannen en grootse verhalen. Eerder iets als: ‘We moeten het maar laten zien’. Dat zal te maken hebben met de wispelturige formatie en het politieke vertrouwen. Ook de grote Covid problemen zullen meespelen.
En misschien ook wel iets als: het valt ook niet mee. Want hoe doe je dat? Goed regeren?
Waar kun je ‘leren’ voor het ministerschap? Wie helpt je op weg?
Het doet me denken aan die andere groep waarover de verschillende evangeliën spreken.
Mattheüs bijvoorbeeld, in hoofdstuk 10:

1 En Hij riep Zijn twaalf discipelen bij Zich en gaf hun macht over de onreine geesten
om die uit te drijven, en om iedere ziekte en elke kwaal te genezen.
2 De namen nu van de twaalf apostelen zijn deze: de eerste, Simon die Petrus
genoemd werd, en Andreas, zijn broer; Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en
Johannes, zijn broer;
3 Filippus en Bartholomeüs; Thomas en Mattheüs, de tollenaar; Jakobus, de zoon  van Alfeüs, en Lebbeüs, die ook Thaddeüs genoemd werd;
4 Simon Kananites en Judas Iskariot, die Hem ook verraden heeft.
5 Deze twaalf zond Jezus uit…

Het blijft een bijzondere gebeurtenis. Twaalf hele gewone jongeren worden geroepen
door de Heiland. En één voor één verlaten ze hun leven en volgen vanaf dat moment
de Heere Jezus. Of ze al weet hebben van de grote veranderingen die er in de toekomst
gaan gebeuren? De Heere wil hen in ieder geval goed voorbereiden. Drie jaar lang
neemt Hij ze mee. Laat Hij ze meeluisteren naar het onderwijs dat Hij geeft. Zien ze de
tekenen die Hij doet. Verbazen ze zich over de wonderen die Hij kan. En worden ze
meegenomen in de reacties op Zijn optreden. Van ongeloof tot geloof. Van verzet tot
overgave.
Jezus neemt ze mee. Tot op het kruis. Daar zien ze hun Meester hangen. En pas veel
later zal nu juist dat gebeuren de kern worden van hun opdracht. Het verkondigen van
de gekruisigde en opgestane Heere Jezus Christus. Tot een volkomen verzoening van
alle zonden.
Bij de voorbereidingen van een nieuwe prekenserie lees ik vaak van alles wat ik kan
vinden. Zo kwam ik ook dit gedicht van E. IJskes-Kooger tegen:

Ze hebben gezworven door dorpen en steden
en dwongen de mensen om binnen te gaan.
Ze hebben geworsteld, ze hebben geleden,
en stonden in ‘t strijdperk van Christus vooraan.
Ze werden gescholden, ze werden geslagen,
ze werden gemarteld, gevangen gezet.
Ze hebben om Jezus’ wil alles verdragen
gesterkt door Gods Geest en de kracht van het gebed.
Ze hebben het vuur op Gods altaar doen branden,
ze brachten het Woord van de Heer’ naderbij.
Zo kwam het evangelie in allerlei landen,
zo kwam het bij u en zo kwam het bij mij.

En tot slot, niet te vergeten: we bidden Rutte IV de wijsheid en zegen van God toe.

Ds. P.D. Teeuw