Om stil van te worden… 

Om stil van te worden…                                                                                                  ds. G.J. Mink
Lucas 1: 13
Met Psalm 149 zingt de Kerk:
De HEER gedenkt in gunst de zijnen,
Hij kroont de zwakken en de kleinen.
Hij kent de stillen in den lande,
het heil is nu ophanden.
Deze woorden zijn wel bijzonder raak bij Zacharias. De HEER gedenkt in gunst de zijnen. Dat betekent de naam ‘Zacharias’. Hij is een stille in den lande. En….. het heil is nu ophanden!
Zacharias is een vroom mens, gelovig, rechtvaardig. Een man met een rijk gebedsleven waarin hij zijn verlangens uitspreekt voor het aangezicht van God. Hij kent een verlangen
in de loting die steeds weer plaatsvindt. Bij elke reukoffer, dat zowel ’s morgens als
’s avonds in het heilige deel van de tempel wordt gebracht, moeten drie priesters dienstdoen. Met zijn drieën gaan ze naar binnen. Eén met een lege schaal waarin de restanten van het reukwerk en wat niet verkoold is verzameld wordt en afgevoerd. Nummer twee komt met nieuw reukwerk. Als zij klaar zijn, gaan ze terug. Nummer drie blijft over. Hij brengt het reukwerk. Hij verzamelt als het ware de gebeden van Israël en doet deze opstijgen met een heerlijke geur in de neusgaten van de HEER. Maximaal eenmaal in je diensttijd kan deze eer je te beurt vallen. Wat verlangt Zacharias ernaar.
Een dieper verlangen van Zacharias heeft te maken met de komst van de Messias. Hij zal alles goed maken en de zonde van de wereld verzoenen. Hij zal alle tranen van de ogen afwissen en de zieken genezen. Hij zal de gewonden verbinden en de zwakken versterken. Hij zal de doden opwekken in onvergankelijkheid en de bedroefden vreugde brengen.
Hij zal Israël van alle vijanden verlossen en maken tot een licht voor de volken.
Zacharias bundelt de gebeden. Plotseling staat een engel van God direct naast het reukofferaltaar en zegt Zacharias, de vertegenwoordiger van het volk van God: “Je gebed
is verhoord”, je verlangen is vervuld. Jazeker, hij is ingeloot voor de dienst in het heilige. Jazeker, de Messias is gekomen… Neen, dat laatste klopt niet. Dat zal pas in de toekomst gebeuren. Nu? Ja, nu. Nu komt de Heer. Hij maakt alles klaar voor zijn komst. Dan moet alles wat zijn komst tegenstaat uit de weg geruimd worden. De voorbereidingen moeten worden getroffen. Die neem Ik nu ter hand, zo laat de HEER de engel zeggen. Daarbij heb jij, Zacharias, een belangrijke plaats. Ik gedenk in gunst de mijnen. Ik gedenk jou! Uit jouw lendenen komt de wegbereider van de Messias.
Och, dat kan toch niet. Zacharias pruttelt. Eigenlijk gelooft hij het niet. Het is zo moeilijk te bevatten. Maar dan legt de engel namens de HEER Zacharias het zwijgen op. Zo schenkt de HEER hem een teken dat zijn belofte “ja en amen” is. Zo geeft de HEER zijn volk het teken dat zijn belofte “ja en amen” is. Hij doet wat Hij heeft beloofd. Zijn belofte wordt heerlijk vervuld. De zwijgende Zacharias is een duidelijker teken van Gods betrouwbaarheid dan een sprekende ooit geweest zou kunnen zijn. Zacharias, je hebt toch zojuist gebeden dat je zwijgen zou op de juiste tijd als je lippen onbedachtzame woorden zouden spreken (Psalm 141). Nu kijk, dat gebed verhoor ik, als teken van mijn verhoring van de overige gebeden.
Zacharias komt naar buiten en zwijgt. Hij ontving een goddelijk teken. Wat er van Godswege gebeurt, is onzegbaar, niet te bevatten. Je kunt er alleen maar stil over nadenken en stil verwonderd over zijn.
De HEER vervult zijn belofte. Hij is gekomen. Hij zal ook komen. Maar Hij komt ook aanstaande zondag om het verlangen te verlevendigen, om ons bij de les, om ons bij de Here Jezus te houden. Hij gedenkt in gunst de zijnen. Hij gedenkt ons als we aangaan aan de tafel om Hem te ontvangen. Hij gedenkt mij. Hij zegt tegen mij: Je gebed om Mij, de Messias, te ontvangen, is verhoord. Daar word ik pas echt stil van. Daarover verwonder ik me.
Wat zal mijn leven anders zijn na vandaag….!
Ja, ik ga als een klein, zwak mensje, die de HEER gedenkt, bidden:
Ik wil in ootmoed U ontvangen.
Mijn ziel en zinnen zijn bereid.
O mocht ik uwe troost ervaren.
Doe intocht, Heer, in mijn gemoed.