‘Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en Zijn Zoon zond als verzoening voor onze zonden’ (1 Joh. 4 vers 10)
Over een paar weken begint de adventstijd weer. De tijd waarin we in het bijzonder de komst van de Heere Jezus naar deze wereld gedenken om als mens geboren te worden, en te lijden en sterven voor alle zonden van de gehele mensheid. In bovenstaande tekst wordt duidelijk dat God Zijn Zoon naar deze wereld zond vanuit Zijn onmetelijke liefde voor ons.
Kleine kinderen hebben hun ouders onvoorwaardelijk lief. Zij stellen hun volste vertrouwen op vader of moeder zonder daar vragen over te stellen of er gedachten bij te hebben. Zij weten zeker: papa en mama hebben mij lief, zij houden van mij. Hoe erg is dat als een (klein) kind dat niet van harte kan zeggen. Andersom houden ouders als het goed is ook onvoorwaardelijk van hun kinderen, die zij uit de handen van de Heere mochten ontvangen. Uit liefde voor hun kinderen zorgen zij zo goed mogelijk voor hun kinderen, wat hun kinderen soms ook doen. Naarmate kinderen ouder worden, blijft dat als het goed is ook zo, maar komen er soms toch allerlei vragen of voorwaarden, of gebeuren er dingen in levens waardoor die onvoorwaardelijke liefde soms scheuren oploopt of soms helemaal uit elkaar valt. Er vallen verwijten over en weer en de liefde raakt bekoeld, met alle gevolgen van dien. Dagelijkse praktijk in deze maatschappij waar het eigen ‘ik’ steeds meer hoogtij viert, waarbij het egoïsme juist zo verwoestend doorwerkt in de onderlinge liefde en relaties tussen mensen.
Ook in de Bijbel komen we dat keer op keer tegen. De Heere sloot een verbond met Abraham en zijn kinderen. Hijzelf kwam naar hen toe. Het initiatief ging helemaal alleen van Hem uit. Vanuit Zijn grote liefde voor de mensen die Hij had geschapen om hen te doen delen in de liefde die er al van eeuwigheid bestond tussen de Goddelijke Drie-eenheid: Vader, Zoon, en Heilige Geest. De liefde van de Heere is onvoorwaardelijk, ondanks dat Hij weet wat van Zijn maaksel zij te wachten, en de mens kort na de schepping als snel in zonden was gevallen. Desondanks kwam de Heere zelf naar de mens toe. Dat deed Hij al direct nadat Adam en Eva hadden geluisterd naar de duivel en het gebod van de Heere hadden overtreden. Dat deed Hij toen Hij het verbond aanging met Abraham, en met Abraham ook zijn hele nageslacht. Zijn liefde voor Zijn uitverkoren volk Israël was zo groot dat Hij met hen meeging, hen verloste, voor hen zorgde, en hen keer op keer het goede onderwees. Het volk Israël en met hen alle mensen op deze aarde luister(d)en echter lang niet altijd naar Hem: zij deden en doen hun hemelse Vader keer op keer veel verdriet. De onvoorwaardelijke liefde die een kind voor Zijn Vader in de hemel zou moeten hebben is er (vaak) niet, terwijl andersom de liefde van de Vader voor Zijn kinderen zo ontzettend groot is, dat we die niet met een pen kunnen beschrijven.
‘Liefde maakt blind’, is een uitspraak die je nog weleens hoort. Dat kan slaan op liefde tussen twee mensen die zo van elkaar houden dat het lijkt alsof ze de omgeving om hen heen vergeten, en er geen oog voor hebben. Een uitspraak die overigens vaak onterecht is. Van de Heere God kunnen we dat al helemaal niet zeggen. Hij is zeker niet blind door Zijn liefde, maar Zijn liefde komt vanuit het binnenste van Zijn hart. Hij wil niets liever dan dat wij mensen het goede kiezen, zodat we voor eeuwig in Zijn nabijheid kunnen verkeren en met Hem mogen leven. Zoals gezegd wil Hij ons laten delen in die onbegrensde liefde die er binnen de Drie-eenheid van eeuwigheid af geweest is, en tot in eeuwigheid zal zijn.
Johannes schrijft in zijn eerste brief dat de liefde inderdaad niet van onze kant vandaan komt, maar juist en alleen vanuit de kant van God. Waaruit blijkt dan die liefde van God? Dat Hij Zelf voor al onze zonden en tekortkomingen volledige verzoening wilde bewerkstelligen. Zo groot is Zijn liefde. En om dat te bereiken heeft de Heere het grootste offer moeten brengen, namelijk de dood van Zijn geliefde Zoon Jezus Christus.
De Vader in de hemel zond Zijn zoon naar deze aarde om door Zijn dood de verstoorde relatie tussen God en mens te herstellen. Helemaal alleen veroorzaakt door de mens, maar volledig ongedaan gemaakt door God Zelf. Christus heeft op volmaakte wijze de wil van Zijn Vader gedaan, en heeft het grootste offer volbracht, namelijk door te sterven aan het vloekhout op Golgotha. Uit onvoorwaardelijke liefde voor Zijn Vader in de hemel, én uit onvoorwaardelijke liefde voor Zijn kinderen hier op aarde.
Op zondagmorgen horen we na de lezing van de Tien Geboden, vaak de samenvatting die de Heere Jezus hiervan gegeven heeft: ‘U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand’ (Matth. 22 vers 37). Dat is het grote gebod volgens de Heere Jezus. Onze opdracht is dus om de onvoorwaardelijke liefde van de Heere te beantwoorden en Hem lief te hebben met heel ons hart, onze ziel, ons verstand, en al onze krachten. De onmetelijke liefde van die machtige grote God in de hemel voor ons kleine zondige mensen, is dat zo waard. Ja, het moet ons alles waard zijn om Jezus Christus onvoorwaardelijk lief te hebben.
A.J. ’t Jong (scriba wijkgemeente 3)