Op weg naar het Heilig Avondmaal

‘Hij moet dan de bok de woestijn in sturen’ (Leviticus 16: 22b).

Op Grote Verzoendag gebeurt het onvoorstelbare. Alle zonden, alle ongerechtigheden, alle schuld… het verdwijnt! Zomaar, weg. De woestijn in.

  1. Voorbereiding

Daar gaat wel wat aan vooraf. Tien dagen voor Jom Kippoer viert Israël immers Rosj Hasjana. De dag van het bazuingeklank. De dag waarop de sjofar ons wakker roept.

’t Schel bazuingeluid wil ons ontdekken aan onze zonden. Aan onze hemelhoge schuld. Dat het goed gemaakt moet worden tussen ons en de Heere, wil het goed zijn voor de eeuwigheid. Daarom lopen ze in Israël die dag naar de rivier. Om daar hun zakken symbolisch te legen.

     Al mijn zonden, al mijn zorgen,

     neem ik mee naar de rivier.

     Heer, vergeef mij en genees mij.

     Vader, kom, ontmoet mij hier.

De apostel Paulus zal eeuwen later zo schrijven over het Heilig Avondmaal.

Maar laat ieder mens zichzelf beproeven en laat hij zó eten van het brood en drinken uit de drinkbeker’ (1 Korinthiërs 11: 28).

  1. Viering

Op de tiende van de zevende maand is het zover: Jom Kippoer. Alle Israëlieten komen samen. Eerst moet de hogepriester verzoening doen voor de zonden van hem en zijn gezin. Vervolgens mag hij het volk voorgaan en meenemen in het verdere verloop.

Ik kan me zo voorstellen dat de Israëlieten ademloos hebben toegekeken. Van jong tot oud. Een heilig moment! Daar komt de hogepriester aan.

Leviticus 16 vertelt: ‘Aäron moet zijn beide handen op de kop van de levende bok leggen en al de ongerechtigheden van de Israëlieten belijden, al hun overtredingen, overeenkomstig al hun zonden. Hij moet die op de kop van de bok leggen en hem door de hand van een man, die daarvoor gereedstaat, de woestijn in sturen. Zo draagt de bok al hun ongerechtigheden op zich weg naar een onbewoond gebied. Hij moet dan de bok de woestijn in sturen.’

Haast als vanzelf gaan je gedachten naar het Nieuwe Testament. Zie je Johannes wijzen: ‘Zie het Lam van God dat de zonden der wereld wegneemt’. En haast als vanzelf schieten woorden van de Hebreeënbrief in gedachten. ‘Zonder bloedstorting geen vergeving’. En ook: ‘Omdat wij vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus.’

Zondag staan de tekenen van brood en wijn in de Maranatha Kerk en de Grote Kerk voor ons. Voor iedereen die met zijn zonden geen raad meer weet. Om te proeven dat God goed is. Dat het onvoorstelbare gebeurt. Volkomen verzoening van al onze zonden.

  1. Nabetrachting en dankzegging

En dan is het alweer voorbij. Keert Israël weer huiswaarts. Wacht na het Avondmaal de nieuwe week. Hoewel, voorbij? Mijn verlangen voor Sliedrecht is dat het mag zijn als veranderde mensen. Nieuwe mensen! Aangeraakt en verwonderd. Verzoend en vergeven. Het onvoorstelbare is gebeurd.