Open ogen, open oren

Enkele weken geleden verdedigde de voormalig huisarts van Bleskensgraaf, Dick Kruijthoff, zijn promotieonderzoek Healing after prayer (genezing na gebed) aan de VU in Amsterdam.

In diverse media is hier daarna aandacht voor geweest.

Een boeiend onderzoek, waarvoor de aanleiding te vinden was in verschillende casussen vanaf 2006-2007 in de praktijk van deze huisarts, waarbij er bij mensen genezing optrad nadat voor hen gebeden was. Sommige van deze gebeurtenissen raakten breder bekend, anderen bleven meer onder de oppervlakte. Sommigen vonden plaats bij genezingsdiensten, anderen na ziekenzalving, of in andere contexten van voorbede. De reacties in die tijd liepen, ook onder christenen, enorm uiteen.

Voor dr. Kruijthoff was het een aanleiding om academisch onderzoek te gaan doen naar gebedsgenezing, vanuit zijn medische achtergrond. Een gedurfde stap, want hiermee betrad hij tamelijk onontgonnen gebied, zeker ook door bewust te kiezen voor een meervoud aan invalshoeken en wetenschappelijke disciplines.

Over zijn onderzoek, de uitkomsten daarvan en de reacties erop, is veel te zeggen. Wat mij er in trof was dat er van de 83 situaties die in eerste instantie werden gemeld, er uiteindelijk 11 het predicaat ‘medisch opmerkelijk’ kregen toegewezen. Geen enkel geval bleek ‘medisch onverklaarbaar’ te zijn.

Hoe taxeer je zo’n uitkomst? Hoe kijk je daar naar?

Dat ligt er, denk ik, maar net aan aan wie je het vraagt. De onderliggende vraag is wat mij betreft vooral: is er in deze situaties ruimte voor God? Binnen wetenschappelijke kaders is het, zeker in een medische faculteit, in feite niet mogelijk en toegestaan om ‘God’ als verklaring voor bepaalde fenomenen op te voeren. Dat heeft alles te maken met het feit dat we in onze westerse wereld in een immanent frame zijn gaan denken. Dat wil zeggen: we gaan er vanuit dat alles wat er gaande is in de werkelijkheid ook van binnenuit moet worden verklaard.

Juist daarom vond ik de uitkomsten van het onderzoek van dr. Kruijthoff bijzonder te noemen. Precies omdat er 11 situaties als ‘medisch opmerkelijk’ werden beschouwd. Het predicaat ‘medisch onverklaarbaar’ zou, zo wordt soms door christenen gedacht, ‘beter’ zijn, want dan is daarmee ‘natuurlijk’ aangetoond dat God er wel achter moet zitten. Maar dat is niet per se zo. Voor wie denkt in dat immanente frame is ‘God’ sowieso geen optie, en zou zo’n uitkomst alleen betekenen: nog harder zoeken naar mogelijke ándere verklaringen binnen deze werkelijkheid.

Maar ‘medisch opmerkelijk’ kan je ook opmerkzaam maken! Dat breekt die manier van denken open, die in feite er niet mee rekent dat God daadwerkelijk handelend aanwezig is in onze wereld. En die manier van denken speelt ook ons als christenen parten. Dat zit diep in onze manier van kijken naar de wereld opgesloten.

Mede daarom vonden óók veel christenen zo rond 2007 het lastig om in genezingen op gebed in onze regio de hand van God te zien. En dat speelt nog altijd.

De vraag aan ons is of we écht geloven dat God present is in deze wereld, en dat Hij, om zo te zeggen, een werk-woord is. Dat is uiteraard wat de Bijbel ons vertelt, maar wat dus vaak botst op het dominante denkframe in onze cultuur. Het proefschrift van dr. Kruijthoff legt bij dat denkframe op z’n minst de vinger. Dat is moedig in de academische wereld, maar mag ook een spiegel zijn in het kerkelijke leven.

God handelt. Als je dat gelooft, is dat ook een spannende uitspraak. Want God is en blijft de soevereine God. Die daarom ook soms iets níet kan doen, of anders doet dan wij zouden willen.

Daarvan dienen we ons, ook in pastorale zin, altijd bewust te zijn.

Toch denk ik dat het geloof dat God daadwerkelijk actief is in deze wereld, ons dagelijks leven steeds weer zou mogen bevragen, bekritiseren indien nodig en verrijken waar mogelijk. Met een citaat van één van de promotoren van dr. Kruijthoff, hoogleraar Kees van der Kooi: ‘Een raadsel kun je oplossen. Dit is geen raadsel, maar een geheimenis. Een geheimenis ga je in zonder het echt te begrijpen. Je kunt je er alleen maar over verwonderen.’

Dat doet me denken aan gezang 978 uit het Liedboek:

‘Laat dan mijn hart U toebehoren en laat mij door de wereld gaan met open ogen, open oren om al uw tekens te verstaan. Dan is het aardse leven goed, omdat de hemel mij begroet.

Ds. Michiel Vastenhout