Waar de tijd als vanzelf voortschrijdt en zo ook het jaar 2020 vanzelf is begonnen, is werkelijk beginnen met iets vaak moeilijk. We moeten iets gaan doen wat we lastig of vervelend vinden en we vinden allerlei ‘goede’ redenen om dit nog even uit te stellen. (Zoals in mijn geval het schrijven van deze bijdrage. Overigens niet omdat ik het vervelend vind, maar wel lastig.)
Goede voornemens voor een nieuw jaar blijven hierdoor dan ook regelmatig hangen in een goed voornemen, maar ze komen lang niet altijd tot concrete taken, acties en resultaten. Het is dan ook niet voor niets dat Benedictus in zijn Regel benadrukt dat de afstand tussen appel en respons zo klein mogelijk moet zijn. Het woord dat je hoort en/of het voornemen dat je hebt, moet je gelijk met de daad gepaard doen gaan, zonder dralen. Of het nu gaat om naar de kerk gaan, je huiswerk maken, die kapotte lamp vervangen, je stille tijd of dat excuusgesprek voeren. Je weet dat het moet gebeuren (appel), dan ook zonder dralen aan de slag (respons).
Bij een nieuw begin in 2020 zou een mooi voornemen kunnen zijn om meer stil te worden. Veel mensen ervaren de huidige tijd en hun leven daarin als hectisch, onrustig en gehaast. Er komt van alles op je af en je houdt je hoofd maar net boven water. En dan hebben we het nog niet eens over serieuze tegenslagen. Gebeurtenissen die je op je grondvesten doen schudden.
David dicht en zingt hierover in Psalm 62. Over kwaad, onderdrukking, leugenaars en huichelaars (…’met hun mond zegenen zij, maar in hun binnenste vervloeken zij…’). Maar ook over God als toevlucht: mijn rots, mijn heil, mijn veilige vesting.
Opvallend in de Psalm is dat David daarbij zichzelf toespreekt, zijn ziel met name: ‘Zeker, mijn ziel, zwijg voor God.’ Hij maant zijn ziel tot rust, tot stilte. Om in die stilte te beseffen: ‘Hij is mijn rots en mijn heil, mijn veilige vesting.’
Als je voornemen zou zijn om meer stil te worden, dan is daar moed voor nodig. Stil worden, kan namelijk ook spannend zijn. Want wat zal er gebeuren als ik echt stil word. Waarmee wordt mijn stilte dan gevuld?
De monniken van het trappistenklooster Koningshoeven beginnen elke dag om 4.15 uur. Als alles nog donker is, leggen zij de wereld bij God neer. Abt Bernardus Peeters zegt daarover: ‘Daar waar het stil is en je vrij bent van innerlijk en uiterlijk lawaai… Daar, achter dat lawaai, vindt de ontmoeting met God plaats.’
Over een nieuw begin en een rustige ziel gesproken…
Om te beginnen met iets is vertrouwen en moed nodig. Ook om te beginnen met stil worden. Maar om dan ook met de monniken in Berkel-Enschot èn met David te ontdekken in die stilte: ‘God is mijn toevlucht. Hij is mijn rots en mijn heil, mijn veilige vesting; ik zal niet wankelen.’
n.a.v. Psalm 62 en diverse uitgaves van het magazine ‘Klooster’