Rechtvaardig voor God

Een van de belangrijkste vragen in ons leven is: Hoe word ik rechtvaardig voor God? Hoe kun je, als zondig mens, voor God bestaan? Met die vraag worstelde ook Maarten Luther. Als student werd hij eens overvallen door een heftige onweersbui toen hij op weg was naar huis. In grote nood heeft Luther toen beloofd dat hij het klooster zou ingaan. Hij hoopte op die manier vrede te vinden voor zijn onrustige hart. Maar er kwam geen rust. Met al zijn pogingen om goed te leven, bleef de onrust knagen. Misschien herken je dat: Wanneer is het goed? Wanneer doe ik het goed? Wie heel eerlijk is, voelt wel: hoe goed je je best ook doet, het is nooit goed genoeg. Dat kunnen wij niet opbrengen.
Dat heeft Luther als geen ander gevoeld. Toen is hij heel intensief de Bijbel gaan lezen. In de Brief aan de Romeinen ontdekte hij het antwoord waar hij naar zocht: dat God zondaren door het Evangelie rechtvaardig maakt. Dat is dus niet iets wat je zelf moet presteren of moet maken, nee, God schenkt dat. Door het geloof in het Evangelie word je rechtvaardig: ‘De rechtvaardige zal door het geloof leven’. Luther zegt: Toen ik dát begreep, voelde ik me helemaal herboren. Het was alsof ik door geopende poorten het paradijs binnenging.
Wij hebben rechtvaardiging nodig, omdat wij onrechtvaardig zijn. Daarom zegt David in Psalm 143: