Roeping en verkiezing

Daarom, broeders, beijver u des te meer om uw
roeping en verkiezing vast te maken…
(2 Petrus 1: 10a)

Zo af en toe fiets ik langs de haven van Sliedrecht. Daar liggen de bootjes keurig netjes afgemeerd. Aan de kade zie ik ook regelmatig een schip liggen. Met een tros ligt dat schip vast aan de kade en de kade zit daarmee vast aan het schip. Van twee kanten geldt: Onlosmakelijk verbonden! Dit beeld maakt duidelijk, wat Petrus bedoelt met de woorden: uw roeping en verkiezing vastmaken. Van twee kanten vast: het geloof verbindt ons aan God en het geloof ligt vast in God en vast in ons! Laat ik een voorbeeld noemen van iemand, die wel zijn roeping, maar niet zijn verkiezing vastmaakt. Ik denk aan de rijke jongeling. Hij maakt zijn roeping vast door de Tien Geboden te onderhouden. Hij getuigt vrijmoedig: “alle geboden heb ik onderhouden van mijn jeugd af!” Maar hij maakt zijn verkiezing niet vast, want als de Heere Jezus tegen hem zegt: “Ga heen, verkoop al wat u hebt, en geef het geld aan de armen, en kom terug en u zult een schat hebben in de hemel” haakt hij af. Op dat moment verkiest hij zijn goed boven zijn God. Misschien is het goed ook een voorbeeld te noemen van iemand, die zowel de roeping als de verkiezing vastmaakt. Ik denk aan Ruth. Zij staat op de grens van Moab en Israël, omdat zij gehoor geeft aan de roepstem van de Heere. En op de grens maakt Ruth eveneens haar verkiezing vast, want zij belijdt: “Uw God is mijn God, Uw volk is mijn volk!” Ik denk ook aan Abraham, David, Petrus. Ja, eigenlijk kunnen wij zeggen, dat bijbelheiligen aan de roepstem van de Heere gehoor gegeven en dat de verkiezing van God in hun hart wordt vastgemaakt. Hoe maak je dan je verkiezing vast? Het werkwoord ‘vastmaken’ is een handelsterm. In het bedrijfsleven worden mondelinge afspraken meestal schriftelijk bevestigd. Welnu, de Heere komt in Zijn Woord naar ons toe. Hij zegt tegen ons: “Ik roep u uit de dood tot het leven. Ik bied u Mijn beloften aan. En Ik heb dat voor u zwart op wit gezet. Lees het maar na in uw Bijbel”. En nu vraag Ik u: “Wilt u hier even tekenen? U mag hier uw handtekening plaatsen?” Op dat moment zeggen wij tegen de Heere: “Ja, Heere, U kiest mijn hart voor eeuwig tot haar Koning!” Ben je dan altijd zeker van je zaligheid? Zijn er dan nooit meer aanvechtingen? Loop nog even mee naar dat schip aan de kade in de haven van Sliedrecht. De kade wijkt geen milimeter, terwijl het schip wiebelt en schommelt. Hoewel het schip vastligt, ligt het niet stil. Zo is het ook met het geloof. Onze zaligheid ligt voor vast in God, maar onze zekerheid wordt regelmatig aangevochten en bestreden.
Toch is dit onze troost: “God laat ons niet los! God houdt ons vast!”

Ds. H.J. van der Veen