Toewijding en bemoediging

Psalm 119

dagelijks staan we voor de spiegel. De één wat vaker dan de ander. De één wat langer dan de ander. En we doen dit om onszelf te bekijken. Als je lang genoeg kijkt dan roept dat emotie op. Het kan er voor zorgen dat je moet lachen om jezelf omdat er een eigenwijze piek je kapsel net niet perfect maakt. Het kan ook gebeuren dat je somber wordt van het kijken naar jezelf omdat je de tekenen van vermoeidheid ziet in je gezicht. Je kijkt in de spiegel om de balans op te maken.

In de spiegel zien we hoe we zijn. Zien we ook hoe anderen ons zien. In ons doen
en laten merken anderen hoe we zijn. Hoe kennen anderen ons?
Welk beeld hebben zij van ons?

Een van de kenmerken van onze christelijke identiteit is dat we toegewijd zijn.
Dat we een toegewijde gemeente zijn. Het betekent dat we ons persoonlijk leven
toewijden aan God. Dat wil zeggen dat we Hem zoeken met verlangen.
Zoals het hert maar één prioriteit lijkt te hebben in psalm 42, water!
Dat we Hem zoeken in zijn Woord omdat Hij zich daar laat vinden.
Dat we zijn onder de verkondiging van Zijn Woord.
Dat we tijd nemen om stil te zijn voor God. Dat onze gebeden dagelijks worden
opgezonden tot de God van het leven. En zo kijken we in de spiegel.
De dichter van psalm 119 kijkt ook in de spiegel. Zijn lied is hooggestemd.

Midden in de nacht sta ik op om U te loven voor Uw rechtvaardige bepalingen;
ik ben een metgezel van allen die U vrezen en die Uw bevelen in acht nemen.

Heel dit lied laat ons zien hoe we toegewijd kunnen leven. Hoe we vreugde kunnen
vinden in het dienen van God en in het luisteren naar Zijn woorden.
De dichter is in gesprek met de Allerhoogste. En vraagt om Gods nabijheid.

Laat toch Uw goedertierenheid er zijn om mij te vertroosten overeenkomstig Uw
beloften aan uw dienaar; Laat Uw barmhartigheid over mij komen, dan zal ik leven,
want Uw wet is mijn bron van blijdschap.

De dichter kijkt in de spiegel en hij laat ons meekijken.
Kunnen we hem dat nazeggen? Kunnen we van harte al de achtentachtig verzen
meezingen? Denkt u van niet? Bent u lauw geworden net als de gemeente van Laodicea?
Is uw toewijding ver te zoeken? In psalm 119 vinden we een bemoediging.
We worden opgewekt opnieuw vreugde te beleven aan Zijn getuigenissen.

Ik ben verblijd over Uw beloften, als iemand die een grote buit vindt; ik hoop op
Uw heil; wie Uw wet liefhebben, hebben diepe vrede.

Dit is een enorme bemoediging vanuit Gods woord. Het is alsof de psalmist zegt:
Kom op! Het is goed om God te dienen. Je beleeft er vreugde aan! Ja God spreekt
in dit lied zelf tot ons. Kom op zoon! Kom op dochter! Geef Mij je hart.
Laat Mij op de eerste plaats komen in je leven.
Ik heb je van harte lief en Ik zal doen wat Ik ooit beloofd heb.
Ja kom maar aan Mijn voeten terecht.

Zijn wij een toegewijde gemeente? Een gemeente die elkaar opwekt om diepe vrede
te vinden in de woorden van God? We mogen dat doen.

We mogen ook elkaar opwekken om toegewijde onderdanen te zijn van het rijk
van Koning Jezus. Jezus laat zich kennen door Zijn woorden ons te geven.
We mogen luisteren naar Zijn stem. Ja dat we net als Maria het goede deel uitkiezen
dat niet van ons zal worden afgenomen. Hallelujah!

J.W. Westland

J.W. Westland