Uw wil geschiede…

Mattheüs. 6 vers10

Onze Heere Jezus Christus leerde ons dit te bidden en biddend te belijden. Hij ging ons tijdens Zijn aardse leven daarin voor.
Aan het begin van Zijn openbare leven werd Hij verzocht in de woestijn met drie vragen, samengevat: wonder, mysterie en macht. Satan probeerde Jezus over te halen om voor een snelle en zelfgerichte weg te kiezen. Sinds de zondeval zijn mensen zo altijd op zoek geweest naar geluk. Ook de kerk heeft zich bij dat zoeken vaak laten verleiden door zich te richten op het wonder van bijvoorbeeld genezing of verschijning, het mysterie van haar leer of rituelen, of zij liet zich in met de heersende macht.
Jezus koos er niet voor om mensen aan zich te binden door wonder, mysterie of macht, maar door liefde die zich niet laat dwingen. Hij bestrafte Satan die God verzocht en daarmee Gods wil niet wilde aanvaarden. Vaak vroegen de mensen Jezus om wonderen te doen of om Zijn macht aan te wenden
(bijv. Joh. 6: 14-15). Maar Hij bleef geconcentreerd op de wil van de Vader, zocht voortdurend de gemeenschap met Hem en ging zo de weg naar het kruis. Een weg die voerde langs Gethsémané waar de woorden klonken: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan! Doch niet, gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.
(Mat. 26: 39).
De weg van verzoening door voldoening. De weg die God wilde. Dat hadden wij niet kunnen bedenken (
1Kor. 2: 9). Mensen buiten de kerk hebben daar grote moeite mee. “Als ik iets verkeerd heb gedaan los ik dat zelf wel op”. Binnen de kerk weten we beter, toch? Weet u, met het ‘Uw wil geschiede’ komt het er wel op aan. C.S. Lewis schreef: Zegt u – aan het einde van uw leven – tegen God ‘Uw wil geschiede’, of moet God tegen U zeggen: ‘uw wil geschiede’?
Christus is de weg gegaan van kribbe tot kruis, om Zich te geven voor onze zonden, opdat Hij ons trekken zou uit deze tegenwoordige boze wereld, naar de wil (!) van onze God en Vader
(Gal. 1: 4). Dat is de wil van de Vader! Die niets, ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?
(Rom. 8: 32).
Kom, laat ons door Zijn Geest bidden en belijden dat Zijn wil geschiede, ons leven ernaar richten en ons erin verheugen!

Herro Zoutendijk