Van de andere kant

Uit deze instelling van het Heilig Avondmaal door onze Heere Jezus Christus wordt ons duidelijk dat Hij ons geloof en vertrouwen richt op Zijn volkomen offer, dat eenmaal aan het kruis is geschied, want dat is het enige fundament voor onze zaligheid (uit het Avondmaalsformulier).

 

Zo maar een zin uit het Avondmaalsformulier. Al vaak gehoord. Al vaak gelezen. Wat mij betreft wel. En toen opeens: Verrassend licht over dit fragment. Licht van boven. Licht van de hemel…

Avondmaal vieren betekent dat wij ons geloof en vertrouwen richten op het volkomen offer van Christus. Toch? Dat klinkt heel vertrouwd. Er zit ook een kern van waarheid in. Het staat er echter niet. Er staat iets anders…

Dit staat er: Hìj richt. En niet ik. Dat is het verschil. Christus richt mijn geloof en mijn vertrouwen op Zijn volkomen offer. Hij doet het. In de eerste plaats. Als ik het doe, dan doe ik het alleen dankzij Hem. Het komt van de andere kant…

Christus richt mijn geloof en mijn vertrouwen. Zoals een moeder bij haar kind. Ze ziet iets moois. Haar kind ziet het maar niet. Dan opeens pakt moeder het gezicht van haar kind zachtjes vast. Ze richt het hoofd in de juiste richting. ‘Kijk, daar!’, zegt ze dan. ‘Zie je het nu?’

Zo was dat zondag. ‘Kijk, daar, Mijn broeder, Mijn zuster. Zie je het?’ Brood en wijn. Lichaam en bloed van Christus. ‘Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood zou moeten sterven!’ Christus als een moeder. Zachtjes richtte Hij mijn hoofd in de juiste richting…

Kennelijk moeten mijn geloof en mijn vertrouwen steeds weer opnieuw worden afgesteld. Op de één of andere manier blijft het toch onder de maat. Soms staan mijn geloof en mijn vertrouwen afgesteld op mezelf. Of op omstandigheden van mijn leven. Of…

Wat een troost dat het dan aan de andere kant begint. Christus wacht niet op het moment waarop Hij eindelijk wat in beeld komt bij mij. Integendeel. Hij zorgt er Zelf voor dat ik mijn geloof en vertrouwen richt op Hem…

Ik mocht iets van Hem zien. Het was volkomen. Dat van Hem welteverstaan. Het was Zijn offer. Zo mag ik verdergaan. Meer en meer gericht op Hem. Steeds meer levend uit Zijn volbrachte werk…

ds. L.W. den Boer