Verborgen omgang

Gods verborgen omgang vinden
zielen waar Zijn vrees in woont.
‘t Heilgeheim wordt aan Zijn vrinden
naar Zijn vreêverbond getoond.
(Ps. 25: 7 ber.)

Eén van de bekendste regels uit onze psalmberijming. Met die verborgen omgang is bedoeld het vertrouwelijk verkeer tussen God en mens. Dat zich voltrekt van hart tot hart. Een verborgenheid, een geheimenis, dat zijn geheim nooit geheel prijsgeeft. Iedere beschrijving blijft ver achter bij de werkelijkheid van de ervaring zelf.
Een van de ernstigste symptomen van de huidige crisis in kerk en cultuur is gelegen in de toenemende teruggang van deze verborgen omgang met God. Weelde en welvaart, recessie en crisis, eigenbelang, de ik-cultuur en groepsbelang hebben ons meer in de ban dan we doorgaans beseffen. Wat zou er een geneeskracht schuilen in een hernieuwde beoefening van de persoonlijke omgang met God. Want die draagt vruchten mee voor huis en hart, voor het kerkelijk leven, voor de gezinnen en voor het geheel van de samenleving. Zou het medicijn voor onze ontkerstende maatschappij niet zijn de eerbiediging van het Woord van God als de enige bron en norm van het totale leven, en de wederkeer tot de weergaloze waarde van Gods geboden en beloften?
Hier hebben we een opengeslagen Bijbel voor nodig en de leiding van de Heilige Geest. Want de Heilige Geest alleen verstaat de Schrift op de rechte wijze. Dus vooraf en gedurig bidden! Daarbij heeft de meditatieve omgang met de Schrift de voorrang boven alle andere omgangswijzen. Luther was tijdens zijn meditatie-uren hartstochtelijk op zoek naar de bijbels-theologische zin van het Schriftwoord. Doordenking en overdenking gingen bij hem samen op. Uitgerekend onder het mediterend herkauwen van de woorden uit Rom. 1 deed hij de exegetische ontdekking van zijn leven, nl. dat Gods gerechtigheid geen eis, maar genadig geschenk is. Het werd voor hem persoonlijk de poort naar het paradijs. Een meditatieve instelling is van wezensbelang in de omgang met de Bijbel. Het is de gezindheid van innerlijke betrokkenheid en ontvankelijkheid, van ootmoet en ontzag. Van verwondering, verbazing over het ontzagwekkende wonder dat God spreekt, tot ‘mij’. Wie zich verwondert heeft geen haast. Hij houdt de pas in en kijkt zijn ogen uit. Mediterend lezen is dan ook het tegenovergestelde van snel en vluchtig lezen. De meditatieve manier van lezen, breekt als het ware het brood in brokjes en proeft de woorden met een hongerig hart en luistert met gespitste oren. Luther had de gewoonte om het bijbelwoord te ‘smaken’ en te ‘herkauwen’. En ‘s avonds sliep hij in, met een telkens herhaald bijbelwoord in gedachten. U moet het eens proberen.
Want waar slapen wij mee in? Is onze geest nog vol van beelden die via internet en andere media naar binnen kwamen? En die ons bezet en onrustig houden? En waarbij de Bijbel die avond ook weer dicht bleef? Hebben we daar vrede mee?
Hoe we de Bijbel ook lezen en willen eerbiedigen, in de omgang met de Schrift zijn we op één brandpunt gericht, Jezus alleen. Hij is het Die ons hart door Zijn liefde verovert. Waar deze liefde ons leven bezielt, zijn we goed af. En die met ons omgaan niet minder. Die liefde is immers te groot om in het hart verborgen te blijven.
(o.a. Uit “Verborgen omgang” van dr. A. de Reuver)

Namens wijk 3, W. de Munck