Verzoeking of beproeving
Jacobus 1: 12-18
We beleven verwarrende tijden, een tijd van schuivende panelen, waarin geen enkele vastigheid of zekerheid meer lijkt te bestaan. Er is een diep gevoel van onbehagen in de maatschappij na de aanslagen in Frankrijk en het oppakken van moslimterroristen in België! Er is een groot gevoel van onveiligheid, mensen kijken elkaar aan met ogen vol wantrouwen. Psychologen waarschuwen dat er mensen rondlopen, die geestelijk in de war zijn, vooral jonge mannen vormen een risicogroep, zeggen ze. “Ook uw buurman kan gekke dingen doen”, kopte het Algemeen Dagblad van de week. Voor wie moeten we bang zijn? Vroeger wisten we wie de vijand was; maar nu? Ook de kwakkelende economie, de berichten over Griekenland en Spanje, veroorzaken onrust, die veel verder reikt dan de financiële markten. Er is niemand meer in Nederland, die nog een vast contract krijgt aangeboden, pensioenen zijn onzeker en alles behalve waardevast gebleken. Alles is in beweging, alles schuift. Wat is nog zeker?
Vormen deze onzekere tijden een verzoeking of beproeving? Eén ding is zeker, God verzoekt niet, maar Hij beproeft wel! Hoe beleven we, hoe kijken we naar deze tijd? Verzoeken is verleiden, aanzetten tot het kwade, tot zonde. Beproeven daarentegen is sterker maken. Verzoeking bederft, maakt stuk, verwoest, terwijl beproeving behoudt. Het leven van ons mensen op aarde kent perioden van veel strijd. Een strijd soms op leven en dood. Kennen we onze doodsvijanden eigenlijk nog? De satan, de wereld, die van God los is en ons eigen, boze hart! Hoe blijf je overeind in zo’n zware strijd? Met drie vijanden tegelijk! In eigen kracht in ieder geval niet! Alleen door de kracht van Gods Geest is het mogelijk niet alleen om staande te blijven, maar ook om te overwinnen en niet toe te geven aan de destructieve krachten, die ons aan alle kanten bedreigen. Zien we dwars door alles heen niet meer hoe de zonde woekert en altijd op de loer ligt? Door met scheve ogen naar je buurman te kijken, die misschien afkomstig is uit een ander land en een andere cultuur, draag je bij aan onveiligheid. Door verschrikkelijk ontevreden te worden, als je moet inleveren, terwijl we nog altijd in één van de rijkste landen van de wereld wonen, vergeet je de dankbaarheid. Door bang voor de toekomst te zijn, terwijl we Hem kennen, in wiens handen wij veilig en geborgen zijn en door wie wij een heerlijke toekomst tegemoet gaan, doe je God oneer aan.
Het is trouwens geen wonder, als we het onderspit delven tegen zulke machtige vijanden! Het is juist een wonder als we overeind blijven. Staande blijven. Zou het niet zo kunnen zijn dat dwars door heel dat ondoorzichtige wereldgebeuren heen God ons op de proef stelt? Ik stel die vraag heel voorzichtig! Dat Hij wil zien, wat Hij aan ons heeft, of we bij Hem schuilen, of blijven denken het zelf allemaal in de vingers te hebben en te kunnen oplossen zonder Hem? Of denkt u, dat God met dit alles niets te maken heeft en is die gedachte juist niet een verzoeking? De Here God beproeft, de satan verzoekt. We zien hoe de boze rondgaat als een briesende leeuw zoekende wie Hij zal verslinden. Kijk naar Syrië en Irak!
De bijbel vertelt over nederlagen: Eva kon geen weerstand bieden tegen de verzoeking van de slang in het paradijs en ook Adam liet zich verleiden. David pleegde overspel toen hij Bathseba zag baden, Petrus verloochende de Here Jezus drie keer bij een kolenvuur in de hof van het huis van Kajafas. Maar de bijbel vertelt ook over overwinningen. Jozef weerstond de verleiding van Potifars vrouw, Daniël en zijn vrienden bogen niet voor de afgoden van Nebukadnezar. De Here Jezus weerstond de verzoekingen van de boze in de woestijn en ook aan het kruis, toen men Hem zei: “Kom af van het kruis, als u de Christus Gods bent, de uitverkorene”.
Als christenen, levend en werkend midden in de samenleving, hebben we strijd te voeren. Laten we door de bril van Gods Woord naar de wereld om ons heen blijven zien! Laten we elkaar aansporen om dicht bij Jezus te blijven om in de kracht van Zijn Geest staande te kunnen blijven. Om anders te zijn, zoals Christus geheel anders was. Christenen die geen oog hebben voor de verzoekingen en beproevingen van de tijd waarin ze leven, zijn als het zout der aarde, dat zijn kracht verliest. Waarmee zal het dan gezouten worden, zegt de Here Jezus in de Bergrede. Laat uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken (Matt.5: 13-16). Is dat niet onze roeping en opdracht, ook in deze verwarrende tijd?
Ds. J.F. Tanghé