Vliegend wonder

Vliegend wonder

‘En God schiep (…) alle gevleugelde vogels  naar hun soort…’.
(Genesis 1: 21b)

Vogels zijn geweldige musici. Wij hebben een enkele stem, maar zangvogels hebben een dubbele stem, zodat ze prachtig kunnen zingen. Sommige vogels kunnen gelijktijdig twee noten zingen. Een vogel zingt niet zomaar wat, maar heeft een repertoire. De nachtegaal kan wel honderd tot driehonderd melodieën zingen. Er zijn zelfs vogels die samen een duet kunnen zingen, waarbij ze elkaar aanvullen! De Engelse wetenschapper Stuart Burgess heeft er een heel boek over geschreven. En hij zegt in dat boek: de evolutietheorie kan niet verklaren, waarom vogels zo mooi zingen. Mooi zingen is helemaal niet nodig. Dat is volgens de evolutietheorie niet efficiënt. Volgens de evolutietheorie heeft de vogel zijn stem alleen maar nodig om te communiceren. Maar een vogel doet veel meer! Die vindt het heerlijk om met een paar andere vogels gewoon muziek te maken. Dat is schoonheid, dat is mooi, maar schoonheid is iets wat de evolutietheorie niet kan verklaren. Wij mogen zeggen: de zang van dat vogeltje laat iets horen van de goedheid en de wijsheid van de Schepper. God verheugt zich daarin. Hij kan ervan genieten. Hij ziet alles. Elke dag. Wij zien maar een klein beetje, maar Hij ziet alles. God ziet heel Zijn schepping, met al die duizenden dieren, met al die kleuren, met al die muziek, en Hij verheugt er Zich in! Zelfs hoog in de bergen, waar wij niet kunnen leven, zijn vogels die Zijn naam lof zingen. Zelfs diep in het water, waar wij niet kunnen leven, zijn vissen die met duizend kleuren vertellen: kijk, ik ben het werk van mijn Schepper. Ze laten allemaal op hun manier iets zien van de grootheid en wijsheid van hun Schepper.
(in: J. Belder (red.) “En toch geloof ik” Bijbels dagboek voor studerende jongeren, Heerenveen 2010)