‘Vol verwachting klopt ons hart’

Sinterklaas is in ons land. Nieuwere liederen klinken. En oudere. ‘Zie ginds komt de stoomboot’, ‘Sinterklaas kapoentje’ en ‘Hoor wie klopt daar kind’ren?’

Dan klinkt ook: ‘Vol verwachting klopt ons hart’. Het vervolg van deze laatste regel is niet zo prachtig: ‘Wie de koek krijgt, wie de gard’. Kennelijk wordt er onderscheid gemaakt, al weten we wel dat het met de gard wat zal meevallen en dat er weinig kinderen naar Spanje meegenomen zullen worden in de zak van Piet.

Het Sinterklaasfeest heeft een sterke uitwerking in de beeldvorming ten aanzien van het christelijk geloof. Dan gaat het niet zozeer om een bisschop met een heuse staf, een mijter, een boek en een bisschopsring. Als we horen over ‘kloppen’ doet dit denken aan het woord van Jezus: ‘Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij’. Dan eindigt het goed. Maar het kan ook verkeerd gaan. Er is eeuwig wel en eeuwig wee dat meer is dan koek en gard. Of valt het uiteindelijk met het ‘wee’ wel mee?

De Bijbel laat er geen misverstand over bestaan. Dit valt niet mee. Sinterklaasfeest vieren is een spel. Zo is het in het geloof niet. Dit is geen spel, maar ernst. Hopelijk voor niemand van ons eens ‘bittere ernst’. Een zegen dat de Heer gelegenheid biedt om aan het ‘wee’ te ontkomen, als eens het boek van je leven door de Heer zal worden geopend. Aan het ‘wee’ ontkom je niet door in de komende tijd beter je best te doen en niet meer stout te zijn, maar door het in leven en in sterven alleen van Hem, de HEER, te verwachten.

David zingt: ‘U verwacht ik de hele dag’ (Psalm 25: 5). Vroeger was het anders. Hij verwachtte het van zichzelf. Nu trekt hij de conclusie: zo doorsta ik het oordeel van God niet. Nu verwacht hij het van Hem. Van zijn barmhartigheid. Van zijn Heiland.

Vol verwachting klopt zijn hart voor God! Dit komt tot uiting in zijn gebedsleven. Elke dag vraagt hij het aan zijn Heer: ‘Maak mij Uw wegen bekend, leer mij Uw paden, leid mij in Uw waarheid’. Dat verwijst naar de Weg, de waarheid en het leven, Jezus Christus. Hij is de enige weg naar het Leven, een leven dat toekomst heeft, het leven van de toekomst, in de voleinding. Ja, van Hem, de God van zijn heil verwacht David het. Hierom is hij ook niet bang als aan de deur van zijn hart geklopt wordt. Hierom zal hij ook niet bang zijn als de Heer komt om de balans op te maken. Want hij weet het: het is goed tussen de Heer en mij, want Hij heeft zijn liefde aan mij geopenbaard en ik ben zijn kind. Er is een verlangen bij David om de Heer te ontmoeten die de gard, de zweepslagen, voor hem gedragen heeft. Ja, er is ook een verlangen van de Heer om zijn kinderen te ontmoeten. Dan zijn de Heer en de kinderen bij elkaar aan de maaltijd.

Zondag vieren we het avondmaal. Het is de eerste adventszondag. De periode van verwachting. Avondmaalszondag. Misschien is er een lied dat we nog beter kunnen zingen dan een sinterklaasversje:

Vol verwachting blijf ik uitzien tot die dag eens dagen zal. 
Neen, het zal niet lang meer duren: Hij verlangt nog meer dan wij.

G.J.Mink