Galaten 5: 13
De grondwet van ons koninkrijk verwoordt enkele klassieke grondrechten. Onder meer krijgen de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van meningsuiting en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer de nodige aandacht. Dit is een groot goed!
Deze vrijheden zijn overigens niet absoluut. Terecht stelt de wetgever een aantal beperkingen. Vrijheid van meningsuiting gaat niet zover dat het ook is toegestaan haat te zaaien. Ook mag je je mening niet met geweld naar voren brengen. Je moet namelijk om de ander denken! Het recht om zelf te bepalen hoe je je persoonlijke levenssfeer inricht, wil niet zeggen dat de overheid geen voorschriften mag geven ten aanzien van de brandveiligheid. Je moet er voor zorgen dat je buurman niet in gevaar komt. Vrijheid van godsdienst is een groot goed, moet ook verdedigd worden, maar mag uiteraard niet tot misbruik leiden. Dan moet er opgetreden worden.
Vrijheid wordt met andere woorden begrensd door de wetgever. Met het oog op het algemeen belang. Is dat nodig? Ja! Want de mens is van nature geneigd en genegen zich meer druk te maken om zijn eigen vrijheid gestalte te geven dan om verantwoordelijkheid te nemen. Kijk maar naar Kaïn. Hij stelde brutaalweg: ‘Ben ik mijns broeders hoeder?’ De HEER wijst er dan juist op dat we geroepen zijn tot verantwoordelijkheid. Vrijheid moet hieraan gepaard gaan.
Vrijheid van godsdienst moet ons ertoe brengen ons leven als christenen zo gestalte te geven, ons licht te laten schijnen, dat anderen onze goede werken zien en onze Vader in de hemel verheerlijken. Vrijheid van meningsuiting moet het denken stimuleren. In onze uitingen zoeken we samen naar de wil van onze Heer. Daarbij beseffen we: de ander zou ook wel eens gelijk kunnen hebben. Het is toch niet zo dat jij alleen de Geest van God ontvangen hebt. Vrijheid tot het inrichten van de eigen levenssfeer en het maken van persoonlijke keuzes moeten getuigen van openheid naar en zorg voor anderen die ons als buren en naasten door de Heer geschonken zijn.
De drie vrijheden staan momenteel in ons land onder druk. Er zijn inperkingen. Door de overheid. Dat boezemt nogal wat mensen angst in. En dat is niet zonder reden. Het is zorgwekkend. Toch geloof ik dat de Heer ons de overheid gegeven heeft om de kwade machten, ook die in onszelf, te beteugelen. Tegelijk roept Hij ons op voor de overheid te bidden (dat vergeten we toch niet?), opdat we een stil en gerust leven mogen leiden, in alle godsvrucht en waardigheid. Zou ons de overheid niet gegeven zijn, omdat ook wij christenen onvoldoende leven vanuit het apostolische vermaan in Galaten 5:13: ‘Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw eigen verlangens te bevredigen, maar dien elkaar in liefde’.
Vrijheid. Dienstbaarheid. Medemenselijkheid. Verantwoordelijkheid. Laten we eens SAMEN nadenken wat deze begrippen voor ons als christenen vandaag inhouden. En ze dan in praktijk brengen. Dan laten we zien wat échte navolging van Christus is, die ons heeft vrijgemaakt. Op discipelschap komt het aan!