Hoewel de cijfers van de aantallen mensen in ziekenhuizen en op de intensive care nog schrikbarend hoog zijn, heeft het kabinet ingezet op een versoepeling van het coronabeleid. Eén van die maatregelen betreft ook de kerk en die houdt in dat ongeveer 10% van de kerkruimte benut mag worden voor de kerkgang. Voor de Grote Kerk komt dat neer op 90 en voor de Maranatha Kerk op 70 personen. Het is duidelijk dat je als gemeente daar heel blij van wordt!
Maar tegelijk is het ook een spannend moment. Want kunnen we de plaatsen ook daadwerkelijk bezetten met kerkgangers? We zien nu al dat het in de avonduren soms moeilijk is om 30 mensen bij elkaar te krijgen, hoe zal dat straks uitpakken? Is een jaar coronaonthouding wellicht desastreus voor onze houding ten opzichte van de kerkgang? Is er misschien een mening bij ons ontstaan die inhoudt dat we via de livestreamverbinding ook wel voldoende ‘kerk’ kunnen zijn? En was het niet soms een verademing om te kunnen shoppen bij andere gemeentes of voorgangers? Nog afgezien van het gemak dat je niet onder de druk van bijtijds ontbijten, bijtijds aankleden en bijtijds in de kerk zijn je soms moest haasten op de zondagmorgen.
Professor A.A. van Ruler was in de vorige eeuw een vooraanstaand theoloog die heel veel geschreven heeft over het geloof, het dogma, het rijk Gods en ook over de kerk. Eén van zijn meest aansprekende boeken heeft de titel meegekregen Waarom zou ik naar de kerk gaan? Hij geeft maar liefst eenentwintig antwoorden op die vraag en het is ongelooflijk boeiend om die allemaal te lezen. Nou is het niet hier de plaats om al die antwoorden te bespreken, maar ik wil er wel een paar noemen. Zoals: Om een kans op bekering te lopen, of: om de arbeid(!) van de lofprijzing te volbrengen, of: om de wereld voor te dragen, of: om in de gemeenschap te worden ingelijfd. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat aan al deze antwoorden best wel heel degelijke, en soms ook ingewikkelde betogen ten grondslag liggen, maar soms geeft hij ook verrassend eenvoudige antwoorden, zoals: om rust te vinden, of: om wegwijs gemaakt te worden, of: om gesticht te worden.
Van Ruler geeft ook nog het volgende antwoord op de vraag Waarom zou ik naar de kerk gaan? Namelijk: om weer op toonhoogte te komen. In het korte bestek van deze meditatie is dit voor mij een geweldig antwoord. Waarom? Omdat ik elke uitzending geprobeerd heb hardop mee te zingen, maar er steeds weer achter kwam dat ik de hoogte van de tonen niet volhield en minimaal één noot zakte. En dat is voor mij in ieder geval weer een reden om naar de kerk te gaan. Niet dat ik dan zuiver ga zingen, maar wel omdat mijn ‘gezang’ dan gedragen wordt door de hele gemeente en het niet als een stoorzender functioneert.
Een ander antwoord van van Ruler is: om in de gemeenschap te worden ingelijfd. Kijk, dat bedoel ik.