Weest in geen ding bezorgd

Weest in geen ding bezorgd
(Filippenzen 4: 6b)

Wat maken we ons vaak en veel zorgen in dit leven! Er wordt wat afgetobd. Hoe zal dit gaan, hoe zal dat aflopen? Wat zal de toekomst brengen? Je zou gemakkelijk kunnen zeggen: tob nou maar niet zo, want het gaat toch altijd anders dan je denkt. Meestal is dat ook wel waar, want u kent het spreekwoord: “Een mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest, maar dat nooit op komt dagen”. Hoe vaak denken wij niet: wat moet er van terechtkomen of hoe zal dat ooit op zijn pootjes terecht kunnen komen? Veel zorgen zijn onnodige zorgen. Wat moet er van dat jong, of van die meid terecht komen, denken ouders en grootouders wel eens en jaren later blijkt dat hij of zij het toch best ver geschopt heeft in het leven en zich een goede positie in de maatschappij heeft verworven. Moeten we dan maar zorgeloos door het leven gaan, hopend dat alles op enig moment wel goed zal komen? Dat is niet wat Paulus bedoelt als hij zegt: “Weest in geen ding bezorgd”. Als hij dat schrijft aan de broeders en zusters in Filippi geeft hij niet als advies: “Leef nou maar zo onverschillig, zo zorgeloos mogelijk”. Hij weet dat er bij hen en ook in ons veel wensen en verlangens leven, die we mogen, ja die we door gebed en smeking met dankzegging onder de aandacht moeten brengen bij God. Wij hoeven lang niet zo bezorgd te zijn, als we vaak wel zijn, als we ons maar realiseren, dat God zorgt. God zorgt en onderhoudt heel zijn schepping. Jezus zegt: “Maak je geen zorgen over eten en drinken of over kleding, want uw Hemelse Vader weet, dat je al die dingen nodig hebt”, hoe zou Hij ons dan vergeten! Onze Hemelse Vader weet dat we al die dingen nodig hebben. Maar zoek eerst het Koninkrijk van God! Dat eerst! En maak je geen zorgen over morgen. Bewaar je zorgen maar voor morgen, want vandaag kun je het al moeilijk genoeg hebben. In geen ding bezorgd zijn. Het gaat vaak anders dan we gedacht hebben en het komt vaak anders dan we gehoopt hebben. Laten we onze zorgen aan God overgeven en het aan Hem overlaten.

“Hoe zal Hij alles maken,
dat ge u verwonderen moet”
zingt Gezang 427.
Alle dingen moeten meewerken ten goede en
“laat Hem besturen waken,
het is wijsheid wat Hij doet.”