Wij zijn gezien!

En voorbijgaande zag Hij een man (Joh. 9:1)

Het eigenlijke wonder voor de meeste mensen in het verhaal over de ontmoeting tussen de Here Jezus en de blindgeborene is, dat een blinde weer zien kan. Maar het wonder begint al, als hij wordt gezien. In het voorbijgaan zag Jezus een man. Anderen zien langs hun route alleen maar menigten, maar Jezus ziet die ene man. Voor Hem zijn er niet duizenden visueel gehandicapten. Hij ziet er hier een en daar! En nog een verderop! Voor de discipelen is de man een geval. Ze praten over hem, waar hij bij staat. Dat gebeurt vaak! Let maar eens op hoe vaak letterlijk over een gehandicapte in een rolstoel heen wordt gepraat. Niet zelden doet men alsof een blinde ook doof is. Zo worden er soms aan een ziekbed dingen gezegd over de zieke, voordat de zieke zelf nog maar wat heeft kunnen zeggen. Hij wordt niet gezien! Hij wordt bekeken en er wordt over hem en voor hem en niet met hem gepraat. Het niet gezien worden speelt dwars door heel de samenleving heen. Ik ben werkloze nummer zoveel in de rij! Maar ik word niet gezien. Ja, ze zien me aankomen bij het loket van het UWV. Maar dat is tegenwoordig totaal ontmenselijkt, want je meldt via de computer, dat je zonder werk zit! De mens erachter wordt niet meer gezien! Een mens wil gezien worden. Maar velen worden niet meer gezien. Ze leven hun leven in de stilheid van het aan de kant geschoven zijn. Het gevoel nutteloos te zijn. Mensen zien er geen gat meer in, als ze de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen en maken de post niet meer open! Terwijl er aan de andere kant steeds weer berichten staan in de krant over mensen, die met grote sommen geld ergens buiten de deur worden gezegd of met een bonus extra worden beloond voor wat gewoon hun werk was! In het voorbijgaan zag Jezus een mens! En daar al begint zijn genezing! Wij kijken vaak aan elkaar voorbij! Hebt u wel eens in de trein of bus opgemerkt, hoe niemand een ander in de ogen durft te zien? Er wordt gezwegen, men bestudeert zijn smartphone of leest de krant! Zijn we bang voor de ander, dat hij zijn of haar hart gaat luchten of gaat zeggen, wat hem of haar dwarszit? Voor de Here Jezus, die meer dan genoeg aan Zijn hoofd had – want Zijn voorbijgaan is voor Hem opgaan naar Jeruzalem, naar Golgotha – voor Hem is het zien van mensen, hetzelfde als vragen, wat er aan scheelt of hoe het met je gaat! Jezus onthult hoe God is! Zoals Hij die blinde aanziet, weet Hij wat er aan scheelt. Dat is pas liefhebben, echt liefhebben!
Met welke ogen kijkt u, jij, ik?

Ds. J.F. Tanghé