Woorden als pijlen

Hoe vaak doen mensen elkaar niet pijn met woorden? In het pastoraat kom je dat als predikant heel vaak tegen. Woorden lang geleden gesproken, die als een harpoen met weerhaken in iemands ziel zijn blijven vastzitten. Een pak slaag had men minder erg gevonden, dan die vreselijke woorden, die een kerf in de ziel hebben veroorzaakt. Het is een wond geworden, die maar niet dicht gaat, hooguit komt er een dun korstje op, maar het blijft pijn doen. Slaan doen we niet, daar zijn we niet van. Daar zijn we te beschaafd voor! Maar met woorden kunnen we er wat mee!
Sommige mensen zijn er uitermate goed in om van die cynische opmerkingen te plaatsen. Ze krijgen er vaak de lachers nog mee op de hand ook. Al kan het u, jou of mij raken als een giftige pijl. Anderen doen het schriftelijk in een brief, of in de krant, of per e-mail, of via Facebook! De verschrikkelijkste dingen worden daar gezegd, met een foto er bij! Regelmatig ontstaat er ophef over. Als er weer een filmpje te zien is, waarin iemand wordt geslagen of beschimpt. Dat moet ophouden roept dan iedereen weer, maar het gaat gewoon door. Die giftige woorden, beelden, filmpjes, spot blijven komen en raken mensen diep, heel diep!
Het is zondag 23 februari de eerste van zeven Lijdenszondagen. Zeven weken achtereen staan we in de diensten stil bij het lijden van de Heiland voor ons. Hoe is Hij in de laatste uren van Zijn leven niet bestookt met giftige woorden. Lichamelijk kreeg Hij die vreselijke geseling te verduren. Woorden schieten te kort om uitdrukking te geven aan wat dat voor Hem betekent heeft. Zwaar lichamelijk letsel werd Hem toegebracht, maar wat te denken van al die woorden, die Hem werden toegevoegd?
Nee, degenen, die bij het kruis van Jezus stonden sloegen Hem niet. Daar voelden ze zich te groot voor. Maar met hun giftige tongen schoten ze vurige pijlen op Jezus af. “Anderen heeft Hij verlost, Zichzelf kan Hij niet verlossen en als U de Zoon van God bent, kom dan af van het kruis”. Zelfs een van de moordenaars naast Hem gekruisigd, voegde zich in het koor van spotters. Nietsontziend wierpen zij zich met zijn allen op hun toch al lichamelijk zo zwaar verwonde prooi. Figuurlijk weliswaar, van op een afstand, met woorden, maar ze raakten Hem wel degelijk!
Wat was Jezus’ reactie? Petrus zegt (1 Petrus 2:23) : “die als Hij gescholden werd, niet terug schold en als Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem, die rechtvaardig oordeelt”. Jezus zei niet: “wacht maar, maar tijd komt nog wel”. Ik zal jullie nog wel krijgen. O wee, als je eens voor mijn hemelse Vader komt te staan en je moet verantwoorden wat je tegen Mij gezegd hebt”. Dat zouden wij hebben gedaan. We zouden hebben teruggescholden, maar de Here Jezus niet. Hij gaf zich over en vertrouwde Zichzelf toe aan Zijn Vader, die rechtvaardig oordeelt. Jezus schold niet terug en nam geen wraak. Eiste geen excuses. Schoot geen giftige pijlen terug. In plaats daarvan bad Hij, o wonder, “Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen”.