Ze deugen allebei niet!

Je staat er soms versteld van hoe een tekst of een verhaal uit de Bijbel een eigen dynamiek ontwikkelt, die veel verder gaat dan de oorspronkelijke bedoeling. Neem nu eens de vertelling van de “verloren zoon” uit Lukas 15.
“Prediker, bent u bereid om in de dienst van a.s.zondag aandacht te besteden aan het afscheid van een aantal kinderen van de kindernevendienst. Mogen ze dan ook de schriftgedeelten lezen in de kerk, en…zou u uw preek willen houden over de “verloren zoon”uit Lukas 15. De kinderen gaan hun eigen reis maken en dan is dit verhaal wellicht wel passend”. Dat was de vraag van de commissie die het afscheid moest regelen in een naburige gemeente. Ik stemde toe en dacht bij mezelf: dat wordt een makkie. Het is altijd weer een modern, boeiend verhaal en de betekenis is ook duidelijk, tenslotte geeft Lukas die zelf aan: het beeld van de verloren zoon is dat van zondaren en tollenaren, en het beeld van de oudste zoon is dat van de schriftgeleerden en de Farizeeën.
Toen ik aan het einde van de preek vroeg aan de kinderen wie van hen het voorbeeld van de jongste zoon zou gaan volgen, stak geen van hen de hand op. Wèl deden ze dat toen ik hen vroeg of ze het voorbeeld van de oudste zoon zouden gaan volgen, op één na. En op mijn vraag aan die ene waarom hij voor geen van beiden gekozen had, antwoordde hij: ze deugen allebei niet!
En zo is het. Jezus wijst ons als mensen terecht, niemand uitgezonderd. Tussen de jongste en de oudste zoon bevinden wij ons: soms opstandig en dwars en dan weer geneigd om in de voetsporen van de opvoeding verder te gaan. En al zwalkend loopt ons spoor dood.
Maar de gelijkenis rept ook van de Vader. Waar Jezus zelf in Zijn uitleg aan de discipelen misschien niet eens de nadruk op heeft gelegd, komt nu het beeld van de Vader in zicht als waar het werkelijk om draait. Dat is nu de eigen dynamiek van een tekst of een verhaal. De panelen wisselen en de kleuren verschieten. Dankzij het werk van de Heilige Geest ontwikkelt zich zo”n tekst of verhaal steeds verder en kun je spreken van nieuwe wijn in oude vaten.
De Vader is juist het bindende element dat de jongste èn de oudste zoon èn allen die zich daar tussen ophouden, verenigt. Het is de Vader die op ons wacht en ons vanwege Zijn innerlijke ontferming de genade aanbiedt om weer als zonen van Hem aangenomen te worden. Dan is het feest in de hemel en Johannes trekt in Openbaringen 21 het beeld van de verloren zoon door als er staat: Ik ben de Alpha en de Omega, het begin en het einde. Ik zal de dorstige geven uit de bron van het water des levens om niet. Wie overwint zal deze dingen beërven en Ik zal hem een God zijn en hij zal Mij een zoon zijn.

Ad den Besten.