Zie het Lam

In het voorjaar dartelen de lammetjes in de weide. Vol blijdschap het leven tegemoet. De boer, de schaapherder verheugt zich met de lammeren. Ze zijn zo lief, ze zijn zo teer.

In het evangelie staat Jezus centraal. Johannes de Doper wijst op Hem als hij zegt: ‘Zie het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt’. Met het beeld van een lief, teer en kwetsbaar lam is de betekenis van Jezus goed te omschrijven.

Jezus wordt getekend als het Lam van God. God is degene die achter Hem staat. Hij is als het ware de eigenaar van het Lam. Jezus hoort bij God. Jezus is, zo heeft de evangelist Johannes eerder verklaart ‘de eniggeborene van de Vader’, de ‘Zoon van God’, de ‘Mensenzoon’. In Jezus ontmoeten we God zelf.

In de lijdenstijd spreken we niet primair over het lijden van de dieren, van de mensen, maar van de Mensenzoon, de Zoon van God, de eniggeborene van de Vader, vol van genade en waarheid. Niet de mensen schenken, zoals bij het dagelijks tempeloffer of bij de viering van Pesach, een lam, maar God! God geeft zijn Zoon als het Lam.

Dit Lam van God, Jezus Christus, is bijzonder, want Hij is het die de zonde wegdraagt. Welke zonde? Zijn zonde? Neen, dat niet. Het is de zonde van de mensheid. Het is die hele kluwen van zondige daden, woorden, gedachten, gevoelens, die met duizenden draden aan elkaar verbonden zijn. Het is die grote menging van schuld en lot waaraan deze wereld zo lijdt en die onontwarbaar lijkt te zijn. Het is dat ene verband van de mensheid waar zoveel negatieve, tegen Gods wil indruisende, invloeden op elkaar inwerken. Die schuld, die zonde, draagt Hij, het Lam van God weg. Hij draagt onze schuld!

Dagelijks was er in de tempel een lam als morgenoffer en een lam als avondoffer, wilde de heerlijkheid van de HEER bij zijn volk kunnen zijn, wilden God en mens met elkaar verzoend samen kunnen zijn. Nu wordt er eens en vooral een Lam gegeven, voorziet God zich van een lam (vgl. Genesis 22: 8), een paaslam van de bevrijding (Exodus 12: 21), een lam dat de ongerechtighe-den draagt, een lam waarop de HEER de ongerechtigheid doet neerkomen (Jesaja 53: 6-7).

Van wie draagt het Lam de ongerechtigheden, de zonde weg? Het is de zonde van de wereld die Hij wegdraagt. Velen maakt Hij rechtvaardig, doet Hij aan het oordeel ontkomen.

Het lijden en sterven van Christus, het Lam van God, heeft een universele betekenis. Het heeft een draagwijdte voor de mensheid zoals ze vandaag leeft in alle steden en dorpen van onze wereld. Het heeft een draagwijdte voor de mensheid van alle tijden, van Adam tot David, van Hizkia tot Johannes, van Paulus tot Luther, tot u en mij.

Johannes roept ons op: Zie het Lam van God dat de zonde van de wereld wegdraagt. Het is een oproep tot geloof, opzien naar het kruis waaraan Christus sterft (Johannes 3: 14-16) en het wegdragen van de zonde volbrengt (Johannes 19: 30). Het Lam van God sterft. Dat is geen lot maar een daad, een heilsdaad waarvan en waardoor wij leven.

 

            Het Lam, voor ons op aard’ geslacht,
            is eeuwig waard t’ ontvangen
            de wijsheid, rijkdom eer en kracht
            en dankb’re lofgezangen!

 

G.J. Mink