…en wie zielen vangt, is wijs. (Spreuken 11: 30b)
In gedachte loop ik nog even langs het meer van Galilea. Vanaf de kant van het meer kun je de vissen zien zwemmen. Kleine en grote vissen. Op het meer is een visser bezig met zijn sleepnet vissen te vangen. Zijn hart gaat sneller kloppen en het adrenaline gehalte in zijn bloed stijgt als hij zijn net binnen boord trekt. Vol vreugde roept hij uit: kom eens kijken? Deze vissen heb ik gevangen! Onze tekst spoort ons aan om te gaan vissen, om zielen te vangen. De Heere Jezus zegt tegen Zijn discipelen: volgt Mij na, en Ik zal u vissers der mensen maken. U zegt: maar dat is toch niet verstandig? Vissen horen toch thuis in het water? Ja zeker, maar wat voor vissen geldt, dat geldt niet voor mensen. Mensen moeten gevangen worden. Thomas Boston zegt in zijn boekje De kunst om mensen te vangen: van nature voelen we ons in de zonde als een vis in het water. En daarom spartelen wij ook zo krachtig tegen, als de Heere ons vangt in het net van Zijn Woord. En daarom doet het ook pijn als de haak van Gods Woord in ons vlees blijft haken. Salomo spoort ons aan om mensen te vangen. Wie in de zee van de zonde en in het water van de dood blijft zwemmen, die komt daarin om. En daarom worden wij opgeroepen om zondaren te redden uit de macht van zonde en dood. Wie is de beste Visser der mensen? Dat is de Heere Jezus. Hij vangt Andreas en Johannes, Petrus en Jacobus in het visnet van het Evangelie. En Hij werpt ook vandaag het visnet van het Evangelie uit in onze gemeente. En ik hoop van harte dat de grote Visser der mensen ook ons vangt! De tekst roept bij mij niet alleen het beeld van een visser, maar ook het beeld van een soldaat op. Als een soldaat ten strijde trekt om een vijandige stad in te nemen, weet hij wat er van hem verwacht wordt. Hij heeft veel getraind. Hij is goed uitgerust. Hij trekt volgens een strak plan ten strijde. En hij vecht net zo lang door, totdat de stad is ingenomen.Bunyan vergelijk het hart van een mens met een stad. Hij noemt het hart daarom ook: stad mensziel. In stad mensziel is de duivel de baas. Om stad mensziel is een hoge muur gebouwd. En op die muur staan de soldaten van de vorst der duisternis op wacht. Zij hebben de taak stad mensziel te beschermen. Als Koning Jezus zich opmaakt om stad mensziel te veroveren, wordt er felle strijd geleverd. Stad mensziel geeft zich niet zonder slag of stoot over. Maar uiteindelijk moet stad mensziel toch capituleren. De duivel wordt overwonnen en zijn handlangers verslagen. Stad mensziel wordt ingenomen. Veel mensen verzetten zich tegen het Evangelie. Zij willen niet buigen en bukken. Zij willen niet van hun troontje afkomen, ze willen niet breken met hun zondige leventje en ze willen niet capituleren voor Koning Jezus. De witte vlag van de overgave laten zij echt niet zonder slag of stoot zien. Hoeveel tijd en strijd zijn er niet aan voorafgegaan, voordat u zich aan Koning Jezus overgaf? Soms gaan daar vele uren van gebed, vele dagen van strijd en veel weken van wachten, aan vooraf. Weet u Wie de beste Veroveraar van ons hart is? Dat is de Heere Jezus! Op de kruisheuvel Golgotha overwint Hij de duivel, de dood en het graf. Daar worden de machten onttroond! En na Pinksteren blijkt, dat God bij machte is om harde noten te kraken. Op weg naar Damascus wordt het hart van Paulus verbrijzeld. En op weg door Europa worden vele harten veroverd door de verkondiging van het Evangelie. En ik hoop van harte, dat de Heere Jezus ook ons hart verovert!
Ds. H.J. van der Veen