De samenkomst van de gemeente (9) |
Gebed om opening Woord en licht Heilige Geest
Het eerste gebed in de dienst is een gebed waarin we de Heere danken voor Zijn trouw. De gemeente is opnieuw bijeen in Zijn Naam. Genade! Naast lof en dank is er ook verootmoediging. Als gemeente komen we uit ons alledaagse leven om de Heere in het gebed te ontmoeten. We mogen met alles bij Hem aankomen. Een groot voorrecht. Het is ook een confrontatie. Het gebed volgt op de wet van God die ons in de spiegel deed kijken. We komen tot de heilige God met al onze gedachten, emoties, ja, met ons hele doen en laten van de voorbije week. Daarom is reden diep het hoofd te buigen en schuld te belijden. In een tijd waarin het schuldbesef afneemt, wordt zo’n moment alleen maar belangrijker. We belijden, maar doen niet minder vrijmoedig een beroep op Gods barmhartigheid in Christus. Want door Hem is God Zelf naar ons toegekomen! We bidden ook om de opening van het Woord. Een voorganger spreekt niet vanzelfsprekend de waarheid zó uit, dat ze harten treft. In kerk werkt het niet ‘automatisch’. Het gebed om de Heilige Geest is onmisbaar. Door Gods Geest verstaan we wat God bedoelt en gaat het ‘leven’. Daarom hebben we de Geest nodig voor Schriftlezing en prediking. We bidden als gemeente tevens voor de héle dienst. We belijden dat we niet en nooit beschikken over de aanwezigheid van de Heere. De Heere geeft de belofte van Zijn komst, maar wil er ook om gebeden zijn. Dat Hij komt en Zijn werk doet, is altijd genade!
Nadenken over de gemeente
Zondagavond stonden we stil bij vraag en antwoord 54 van de Heidelbergse Catechismus. Als we geloven in de kerk, geloven we dat ze begint in Góds hart (verkiezing). Gods Zoon neemt ‘de uitvoering’ op Zich. Hij brengt Zijn gemeente in de eenheid van het ware geloof bijeen door Geest en Woord. Dat zegt veel over het belang van de zichtbare gemeente. Komende zondagavond zal ds. Teeuw preken naar aanleiding vraag en antwoord 55.
Christus geeft Zich aan ons. Wij worden geroepen ons met de gaven die wij ontvangen hebben, aan de gemeente te geven. Het zijn thema’s waarin ik me
verdiept heb voor het schrijven van het boekje ‘De gemeente en jij’. Al is de gemeente kwetsbaar en zeker niet volmaakt, haar waarde ben ik sterker gaan zien. Maar ook onze verantwoordelijkheid ten opzichte van de gemeente.
De waarde van de gemeente hebben we in de coronatijd extra gevoeld.
De diepste waarde van de gemeente ligt in het feit dat ze van Gód is. Juist daarom weet ik me als predikant geroepen haar te dienen. In navolging van mijn Meester.
Met een hartelijke groet,
ds. S.J. Verheij