A Word from The Pastor

Verzoening of genoegdoening?
‘Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden’
(1 Johannes 4: 10).

In de week nadat online het Heilig Avondmaal is gevierd, sprak ik daarover met een broeder en zuster thuis. We kregen het over de woorden die klinken als we het brood eten en de wijn uit de beker drinken. Bij beide ‘rituelen’ waarmee we de gemeenschap met het lichaam en het bloed van Christus gedenken, horen we de woorden: ‘…om al onze zonden te verzoenen.’
Met dat woord ‘verzoening’ belijden we Gods werk in zijn zoon Jezus Christus. Zijn diepe liefde voor jou en alle mensen heeft Hij laten zien door Zijn enige Zoon in de wereld te zenden. Hij werd als mens geboren. Hij werd één van ons en één met jou in je menselijkheid. Hij heeft geleefd op aarde tussen de mensen om met zijn kruisdood bevrijding, genezing en vergeving te brengen. Dat is een geschenk van de Heilige Geest. Dat is Gods liefde voor jou.
De moeite rond het spreken over liefde is dat iedereen er wel een eigen beeld en idee bij heeft. Met als gevolg dat we snel langs elkaar heen spreken als we het over liefde hebben. In de Bijbel is liefde allereerst: door God geliefd zijn. Liefde begint nooit in mij, maar altijd buiten mij: in de God die zich in Jezus als liefhebbende en gevende God laat kennen.
Hij heeft met zijn doorboorde handen en verbroken lichaam, de relatie hersteld tussen mij als zondig mens en Hem, de volmaakte en genadige God.
Jezus heeft door zijn leven, sterven en opstanding daarvoor ‘genoeg gedaan’.
Door dat te geloven en te belijden mogen wij vandaag het echte, het eeuwige leven ontvangen. Leef vandaag dat eeuwige leven dat God je geeft door Zijn Zoon.

De pastor als reisgenoot
Komende tijd wil ik mijn pastoraal bezoekwerk in de wijken, zoveel mogelijk continueren. Daarvoor maak ik altijd eerst telefonisch een afspraak met u. Voelt u zich vrij aan te geven als u, om reden van corona en de regel van slechts één persoon per dag bezoek, dit niet wil of dat het niet gelegen komt. In mijn wijze van pastoraat (bedienen) gebruik ik vaak het beeld van: ‘De pastor als reisgenoot’. Dit is een titel van een boek van dr. H.C. van der Meulen. In dat boek wordt aan de hand van het verhaal van de Emmaüsgangers uitgelegd hoe belangrijk het is om in een ontmoeting als pastor aansluiting te vinden bij de te bezoeken pastorant. Of, om het met Van der Meulen te zeggen: ‘Het eerste dat een pastor mag doen, is: de ander opzoeken waar deze zich onderweg bevindt en dan met haar of hem oplopen. Dat lijkt gemakkelijker dan het is.’
Maar daarover misschien een andere keer.

Vredegroet, Pastor Harm Jansen.