N.a.v. Jesaja 9:1, 3 en 4 en Johannes 8:12
NBV:
Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht.
Het juk dat op hen drukte, de stok op hun schouder, de zweep van de drijver, u hebt ze verbrijzeld….
Iedere laars die dreunend stampte en elke mantel waar bloed aan kleeft, ze worden verbrand…..
Hij (Jezus) zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’
HSV:
Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien.
Want het juk van hun last, de stok op hun schouders, en de knuppel van hun slavendrijver hebt U verbroken….
Ja, elke laars, stampend met gedreun, iedere soldatenmantel, gewenteld in bloed, zal verbrand worden….
Jezus…zei: Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.
Licht: uitgebeeld in de vorm van de zon. Gemaakt door de halve cirkel met droogbloemen.
Volk: uitgebeeld door het plaatsen van allerlei schoenen die op weg zijn naar het licht. Nu staan de schoenen nog ver weg. Iedere adventsweek verplaatsen we de schoenen dichter naar het licht toe. Om uiteindelijk met Kerst bij “Het Licht”, Christus uit te komen.
Donkere stof: hiermee willen we verbeelden dat het volk in duisternis wandelt.
Juk/stok/laars: symbolen van verdrukking in vers 3 en 4 van Jesaja 9. Jezus zal onze last dragen. Hij is hiermee gestart met Zijn komst in de Bethlehem.
Ria Mudde, Margareth Spijkers, Janine den Braanker en Arja Verweij 2021-11