Afscheid van Visser & Visser

Afscheid van Visser & Visser
Hoe twee dominees zochten naar verbondenheid

Na 21 afleveringen stopt de rubriek Visser & Visser. Wat deden die gesprekken met allerlei bekende Nederlanders eigenlijk met henzelf? Over het stijladvies van Jacobine Geel, een glad bruggetje in het donker, en een louterend gesprek in een katholieke kapel.

Vanaf het eerste nummer van Petrus in 2018 gingen Rob Visser en Paul Visser – nee, geen broers, wel collega’s – er vol voor. Zo’n tijdschrift zou mensen met elkaar kunnen verbinden en daar wilden de dominees graag aan meewerken. Rob vindt het belangrijk om in de kerk en in de samenleving ‘de uitersten bij elkaar te houden’. Beiden zochten ‘de verbondenheid in Christus’, zoals Paul het omschrijft. Met de interviews met (min of meer) bekende Nederlanders hoopten ze lezers te kunnen inspireren. In 2018 waren ze allebei nog predikant in Amsterdam, Paul in de Noorderkerk en Rob op IJburg. Daar hadden ze als ‘Visser & Visser’ ook al eens de degens gekruist over de vraag wie Jezus nu eigenlijk is.
Meer dan vijf jaar later is Petrus meer dan een magazine.
Een website, een digitale nieuwsbrief, veertigdagentijd- en adventskalenders, boekjes, het wekelijkse tv-programma ‘Petrus in het land’: op allerlei manieren worden verhalen van geloof, hoop en liefde verteld.
Voor hun ontmoetingen reisden Visser en Visser het hele land door. Het leverde gesprekken op over heel verschillende thema’s, zoals rust, rouw, de Bijbel, geloofstwijfel, en de multiculturele samenleving. ‘Natuurlijk raakt het ene gesprek je meer dan het andere, maar uiteindelijk was elk interview verrijkend’, vindt Paul.
Het waren altijd mensen met weinig tijd, dus het was steeds zaak om meteen to the point te komen. ‘Interviewen blijkt een kunst op zich te zijn’, ervoer Rob. ‘Ik heb geleerd om me
compacter uit te drukken, en dat terwijl ik hou van verhalen
vertellen. Een korte preek vind ik lastiger dan een lange.’

Trui uit
Zoals elk tijdschrift start ook Petrus af en toe nieuwe rubrieken. Nu stopt Visser & Visser dus, na 21 gesprekken en 35.700 woorden. Beiden moeten nog lachen als ze terugdenken aan dingen die ze meemaakten. Hoe ze ‘in een eenzaam haventje op een duister industrieterrein’ in het donker over een smal bruggetje glibberden naar de boot van de inmiddels overleden zeezeiler Henk de Velde. Hoe KRO-NCRV-presentator Jacobine Geel bedisselde dat Rob in zijn rode overhemd op de foto ging en niet in de zwarte trui die hij daarover aan had. Hoe verrast ze waren door het bezoek aan Elly en Rikkert – ‘Hij is nog véél creatiever dan ik dacht’, herinnert Rob zich.
‘Ontwapenend’ vond Paul het gesprek met Stef Bos. ‘Hij werd open en kwetsbaar toen hij over zijn vader vertelde. Ik luister nu heel anders naar zijn liedjes. Ik hoor heimwee en verlangen naar iets wat hij is kwijtgeraakt.’
Rob Visser kreeg Stef Bos ooit met zijn vader thuis op bezoek, nadat Stef in een kerkdienst in Apeldoorn liedjes had gezongen. ‘Toen heb ik hem leren kennen als een heel kameraadschappelijke jongen, heel fijnzinnig.’

Spiegel
Het meest onder de indruk was Paul Visser van het gesprek met Mpho Tutu van Furth, anglicaans priester (inmiddels in de Amsterdamse kerk Vrijburg) en dochter van de Zuid-Afrikaanse bisschop Desmond Tutu. Het was tijdens de eerste coronalockdown in 2020 en er hing wat spanning in de lucht: een online interview dat ook nog diepgaand moest zijn, kon dat wel?
Maar Tutu was zonder schroom. ‘Ze zei: ‘Laten we eerst bidden’’, herinnert Paul zich. ‘Daar zaten we dan, als dominees, met gevouwen handen achter een scherm …’
Ze imponeerde door haar innerlijke kracht. ‘Hoe zij sprak over haar leven in Zuid-Afrika, over de tijd van de apartheid, dat maakte veel indruk. Ze beschuldigde niemand, sprak geen oordeel uit, maar had wel een duidelijke visie. Heel wijs, maar ook heel beslist. Ze hield een spiegel voor: Zuid-Afrika zit in deze situatie, Nederland zit in een heel andere situatie, denk niet te gauw dat je weet hoe we het in Zuid-Afrika zouden moeten doen.’
Diezelfde voorzichtigheid geldt voor het slavernijverleden, realiseert Paul zich. Want het steekt hem: ‘Natuurlijk is het goed om het daarover te hebben, maar over de slavernij die nú plaatsvindt, doen we er vaak het zwijgen toe. Dat voelt schijnheilig. Laat wat er toen gebeurd is, alsjeblieft consequenties hebben voor het heden.’
Rob herinnert zich hoe hij als stadsdominee op IJburg in Amsterdam een keer in gesprek zou gaan met een aantal Surinamers, juist toen er veel discussie was over Zwarte Piet. ‘Een Surinaamse mevrouw vroeg: ‘Bent u niet Sinterklaas op IJburg?’’ Hij doet voor hoe ze haar arm uitstrekte en naar de deur wees: ‘‘Wég!’ zei ze resoluut. Er sprak haat uit hun ogen. Ik móést vertrekken, want als Sinterklaas had ik me gecommitteerd aan Zwarte Piet.’
Dat een andere dame in het gezelschap Rob júíst aan tafel wilde omdat die zich hard maakte voor gekleurde pieten, maakte geen verschil. ‘Toen ontdekte ik hoeveel woede er onder de Surinaamse bevolking leeft als het gaat om kwesties die te maken hebben met slavernij en racisme. Dat mogen we niet onderschatten.’

Erdoorheen prikken
Een ander interview dat Rob nog helder voor de geest staat, is het gesprek met premier Mark Rutte. ‘Ik was van plan om heel wat kritische vragen te stellen, maar ik had óók een positief beeld omdat hij zo kundig is. Ik had hem ontmoet toen we in Amsterdam het eerste Parentshouse in Nederland aan het opzetten waren.’ Tijdens een gesprek over de Parentshouses – huizen voor ouders die in een scheiding zitten – liet Rutte zien veel kennis van zaken te hebben. ‘Hij wist er minstens zoveel van als de mensen in mijn kernteam.’
Rob wilde tijdens het interview het leiderschap van Rutte aan de kaak stellen en vroeg met welke Bijbelse figuur de premier
zichzelf zou vergelijken: Jozua of Mozes. ‘Hij zei met een lach: ‘Maar dominee Visser, wie ben ik om mezelf te vergelijken met een Bijbels figuur?’’ Rob kreeg het hele gesprek geen ‘grip’ op Rutte. ‘Ik nam mijn verlies. En ik vind Rutte nog steeds een bekwame man, maar voor mij zit het wel vast op dat leiderschap.’
Toen hij later hoorde dat een doorgewinterde interviewer had gezegd dat de premier de enige persoon was waar ze niet doorheen kon prikken, voelde dat als een schrale troost. Het was ook een belangrijke les: ‘Zo moeilijk is het dus om een interview te doen. Als dominees hebben we geleerd om te luisteren tijdens een pastoraal gesprek, maar interviewen is een vak apart.’
Toen de premier kort na het interview onder vuur kwam te liggen omdat hij gelogen zou hebben tegen de Tweede Kamer, vroeg Paul Visser zich af of Rutte ‘in elkaar zou schrompelen’. Hij schreef hem op Pasen een mail om juist in deze penibele situatie de verlossende kracht van het Paasevangelie te delen. Rutte reageerde meteen met woorden als ‘vol frisse moed voorwaarts’. ‘Met alle respect voor zijn inzet, maar toen knapte er eerlijk gezegd iets bij mij.’

Louterend
‘Enorm kostbaar’ vindt Paul Visser het gesprek dat ze hadden met Nikolaas Sintobin, de Vlaamse jezuïet en internetpastor. Het vond plaats in de periode nadat er landelijke ophef was ontstaan over een preek van Visser over het bijbelboek Openbaring. Complotdenkers en criticasters ontleedden zijn woorden minutieus, zelf deed hij er wekenlang het zwijgen toe. Uiteindelijk nam hij afstand van een aantal uitspraken. In de huiskapel van de jezuïeten voerden de Vissers en Sintobin een lang en persoonlijk gesprek. Sintobin . Zijn houding nodigde uit tot transparantie.’
Het werd een ‘louterend gesprek, een heilig moment van verademing.’
Rob, die door de ophef afstand had ervaren tot zijn collega maar er steeds het zwijgen toe had gedaan, voelde opnieuw verbinding ontstaan tijdens het gesprek. ‘Het gebeurde omdat je je toen heel kwetsbaar opstelde.’

Verbondenheid
De gesprekken raakten hen soms ook in hun werk als predikant. ‘Lezers leren je gaandeweg kennen via Petrus’, is de ervaring van Paul. ‘Ineens werd ik uitgenodigd om te komen preken in gemeenten waar ik eerder nooit was geweest. De artikelen
zorgen soms ook voor verrassende gesprekken met mensen die je anders niet snel spreekt.’
Voor Rob bleken de interviews een mooie manier om te zoeken naar verbondenheid. ‘Als predikant heb ik het altijd als roeping ervaren om de uitersten bij elkaar te houden.’ Links, rechts, behoudend, vrijzinnig – hij hoopt dat iedereen plek ervaart in de kerk. ‘Soms komen mensen door verschillende standpunten tegenover elkaar te staan, terwijl ze dat helemaal niet willen.’ Mensen bevragen, zoals Paul en hij deden in de interviews, kan helpen om afstanden te overbruggen. ‘Ik heb altijd zoveel mogelijk mensen willen aanspreken, juist ook mensen die er anders over denken.’

 

Rob Visser
Geboren: 17 december 1951, Den Haag.
Gemeenten: Deil/Enspijk, Holten, Apeldoorn, Amsterdam.
Emeritaat: januari 2018, maar nog actief als predikant in Vuren.

 

Paul Visser
Geboren: 24 januari 1959, Epe.
Gemeenten: Aalburg, Harderwijk, Bergambacht, Den Haag, Amsterdam, Rotterdam-Zuid (Maranathakerk).

(Bron: Petrus, nieuwsbrief van de PKN)