Amsterdam
Op 25 januari 1958 ben ik in Amsterdam geboren. Lang was het best mogelijk om er trots op te zijn een Amsterdammer te zijn. Graag zing ik het lied van Wim Sonneveld mee dat ook altijd aan het slot van het Prinsengrachtconcert gezongen wordt:
Aan de Amsterdamse grachten
heb ik heel mijn hart voor altijd verpand.
Amsterdam vult mijn gedachten
als de mooiste stad in ons land.
Al die Amsterdamse mensen,
al die lichtjes ‘s avonds laat op het plein,
niemand kan zich beter wensen
dan een Amsterdammer te zijn.
Maar nu lukt het me niet zo goed. Het schaamrood stijgt je naar de kaken als je ook maar enigszins tot je laat doordringen wat hier vorige week is gebeurd.
Mokum
Amsterdam wordt ook wel ‘Mokum’ genoemd. Dat is Jiddisch, afgeleid van een Hebreeuws woord dat ‘plaats’ betekent. Hoe komt Amsterdam aan die naam? Omdat de stad de eeuwen door een toevluchtsoord geweest is voor Joden. Toen de Spanjaarden de Joden gruwelijk vervolgden, zijn velen in de tijd van de Tachtigjarige Oorlog naar het Noordwesten van Europa gevlucht. Ze kwamen voor een groot deel uit wat nu Portugal is en toen in handen van Spanje was. Hierom heten zij Portugese Joden. Eerst waren ze vooral in Antwerpen, maar toen die stad in 1585 weer in Spaanse handen viel, trokken velen naar Amsterdam.
Toevluchtsoord, asielplaats, Mokum
Het gevoel van Mokum als aanduiding voor de plaats die de Here uitgekozen heeft werd nog gestimuleerd omdat de beroemde synagoge iets van de structuur heeft van de tempel in Jeruzalem, de plaats die de Here zelf uitgekozen had om hier zijn Naam te doen wonen.
Mokum werd asielplaats. Met name in de 19de eeuw kwamen er ook nogal wat Joodse arbeidsmigranten vanuit Oost-Europa. Ook zij vonden hier een plaats, ontsnapt als ze waren aan het nog steeds bestaand virulente antisemitisme in die contreien. Mokum.
Tweede Wereldoorlog
In de jaren ’30 van de vorige eeuw kwamen ook Duitse Joden naar Amsterdam. De familie Frank is hiervan wel het bekendste voorbeeld. Ze ontvluchtten het land van hun geboorte omdat er jodenjacht, pogroms plaatsvonden. Welbewuste, van overheidswege georkestreerde, aanvallen op Joden en hun bezittingen. De Kristallnacht, vorige week juist herdacht, staat hiervoor symbool. Woorden van jaren her deden ertoe en leidden tot een gruwelijke escalatie die uiteindelijk in de holocaust zou uitmonden.
Amsterdam ving Joden op. Maar het Nederlandse overheidsbeleid was bepaald terughoudend. Aan de grens werden vele vluchtelingen teruggestuurd. Met voor hen desastreuze gevolgen.
Ook in Amsterdam bleken Joden allerminst veilig. Er werd een getto gevormd. Elders was het voor Joden verboden om te komen tenzij met speciale toestemming. In de loop van de tijd werden steeds meer Joden afgevoerd naar concentratie- en vernietigingskampen. Indrukwekkend is de Amsterdamse februaristaking in 1941 waarin Amsterdammers opkwamen voor hun Joodse stadsgenoten. Maar we moeten niet onder stoelen of banken steken dat juist vanwege de loyale medewerking van het ambtenarenapparaat en de politie aan de bezetter het aantal Amsterdamse Joden gedecimeerd is.
En dat is meer dan elders in Europa.
Om je te schamen. Wetenschappelijke onderzoeken hebben dit alles blootgelegd. En steeds weer klonk de mantra: Nie wieder Auschwitz.
De staat Israël
Weinig Joden kwamen terug uit Auschwitz, Sobibor en de andere vernietigingskampen. Slechts een gering aantal onderduikers heeft het overleefd. En wat vonden ze terug? Bezittingen afgenomen, familieleden vermoord. Hoe kun je een nieuw leven opbouwen? Velen dachten: in Europa niet. Ze vertrokken naar de pas gestichte staat Israël. Eindelijk konden ze zichzelf zijn en vormden ze niet langer een minderheid.
Maar de omgeving accepteerde het niet, tot op de dag van vandaag niet. En zo zou je ook Israël zelf wel een getto kunnen noemen. Nu heeft Israël zelf een muur om zich heen gebouwd. Om enige veiligheid te vinden. Maar ook nu is er onvoldoende bescherming blijkens alle aanslagen waarvan die van 7 oktober 2023 ook nog op ons netvlies staat. En al die verzetsacties tegen de tegenstanders blijken nu ook vaak weer een boemerangeffect te hebben, wat soms/vaak nog te begrijpen is ook.
Terug in Amsterdam
De oorlog in het Midden-Oosten werd vorige week geëxporteerd naar Mokum. Een Palestijnse vlag werd neergehaald, vreselijke leuzen werden gezongen door supporters van Maccabi Tel Aviv. Afkeurenswaardig. Vreemd dat voetbalsupporters vaak gemakkelijk tot zulk wangedrag lijken te komen en zich tot hooligans lijken te ontpoppen…
Maar wat daarna gebeurde, tart elke beschrijving. Via sociale media, met behulp van taxichauffeurs werd de aanval ingezet op Israëli’s en Amsterdamse Joden, die toch al jaren zwaar beveiligd moeten zien te overleven. Hier kwamen niet ‘relschoppers’, zoals in de media gezegd werd, in actie, hier werd welbewust jacht gemaakt op Joden.
Wat doen wij? Iets hebben we wel geleerd uit alle wetenschappelijke rapporten: niet wegkijken, afkeuren, niet meewerken, bescherming bieden. Maar nu wordt een andere groep gedemoniseerd: moslims, met name met een Marokkaanse achtergrond. Voor politiek gewin wordt dit door sommigen nog eens extra aangezet. Zou dit helpen? Wat zijn mensen toch hardleers door groepen te demoniseren. De Maccabi-supporters staan niet voor alle Joden en de ‘hit and run’-terroristen op hun scooters staan niet voor alle Marokkanen!
De psalmen
Maandagmorgen lazen wij thuis Psalm 83. Zou de lezer van dit stukje ook goed kunnen doen. De actualiteit is niet ver weg.
Zondagmorgen klonk aan het begin van de dienst Psalm 129:
Dikwijls werd ik gekweld, van mijn jeugd af aan,
– Israël, blijf het herhalen –
dikwijls werd ik gekweld, van mijn jeugd af aan,
maar gebroken hebben ze mij niet.
Ze trokken hun ploeg over mijn rug
en maakten lange voren,
maar de HEER, die rechtvaardig is,
sneed de riemen van de drijvers door.
Beschaamd deinzen terug
allen die Sion haten,
ze zijn als gras op de daken
dat verdort nog voor het opschiet:
de maaier vult er zijn hand niet mee
noch de schovenbinder zijn armen,
en geen voorbijganger (smalend) zegt:
‘Moge de HEER u zegenen.’
Wij, wij zegenen u in de naam van de HEER.
Ontferming
Moge de Here zich over zijn volk, waarmee wij, zoals de synode juist vorige week nog bevestigde, onopgeefbaar verbonden zijn, ontfermen. En ook over Amsterdam, Mokum…
Een hartelijke groet vanuit het Wilhelminapark,
ds. G.J. Mink