Beeldverbinding

De beeldverbinding met de kerk, en dus de eredienst, wordt door vele gemeenteleden als een mooi alternatief ervaren. Wel heeft het natuurlijk iets van surrogaat. We ontmoeten onze broeders en zusters niet. Ds. G.J. Mink kreeg een mailtje waarin een mooie suggestie werd gedaan: ‘Overigens is het aardig om via Zoom, een beeldvergaderapp, je met elkaar te verbinden tijdens de beeldverbinding met de kerk. Zie je elkaar terwijl je afzonderlijk thuis kijkt. Heb je overigens wel minimaal twee apparaten voor nodig’. Zomaar een idee….
Zegen
Ds. G.J. Mink kreeg een vraag voorgelegd over het geven van de zegen aan het eind van de kerkdienst. Het was gemeenteleden, soms trouwens al eerder, opgevallen dat ik daarbij mijn vingers op een bepaalde manier houd. Heeft dat een speciale betekenis, zo werd gevraagd. Het antwoord daarop is: ja. Het heeft te maken met het geven van de zegen door de priesters in Israël. We lezen in Lucas 1 dat Zacharias na het brengen van reukoffer naar buiten kwam. Toen moest hij de zegen geven. Maar hij kon het niet. Wat was normaal geweest? De priester van dienst kwam uit het heilige deel van de tempel naar buiten. Naast hem stelden zich de andere priesters, mannen uit de geslachtslijn van Aäron, op. Hun handen hieven ze op tot schouderhoogte en wel op deze manier: de duimen tegen elkaar, de handen plat naar voren gericht; tussen duimen en wijsvingers een ruimte, wijsvinger en middelvinger tegen elkaar aan, ruimte tussen middelvingers en ringvingers, ringvinger en pink tegen elkaar aan. Dit heeft grote symbolische waarde. Zo vormen de beide handen de Hebreeuwse letter ‘sjin’. Dit is de beginletter van het zelfstandig naamwoord ‘Sjem’ en het werkwoord ‘Sjama’. ‘Zegenen’ betekent: ‘de Naam opleggen’: ‘Zo moeten zij mijn Naam op de Israëlieten leggen, en Ik zal hen zegenen’ (Numeri 6). De HERE verbindt zijn Naam aan de mens. In de zegen wordt dit bevestigd. Zo is het ook voor de christelijke gemeente. Deze bestaat uit gedoopten in de Naam van de drie-enige God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest (Matteüs 28: 19). Hiermee zijn God en mens onafscheidelijk met elkaar verbonden. Bij de zegen wordt dit door de HERE via de ambtsdrager bevestigd.