Brief aan mijn kleinzoon: Fijne Kerst Abel!

Brief aan mijn kleinzoon: Fijne Kerst Abel!
Ruim twee jaar geleden werd Jos van Oord grootvader van Abel. In een reeks brieven aan zijn kleinzoon verwondert hij zich over het mens-zijn en het opa-schap.

Lieve Abel,

Hier vlakbij is een groot tuincentrum waar elk jaar een enorme kerstmarkt wordt ingericht. In september begonnen ze daar al mee. Zo duurt naar Kerst toeleven wel heel erg lang, dus wij hebben ons bezoek maar uitgesteld tot na de eerste adventszondag. Jij keek je ogen uit – en ik ook. Ontzettend veel kerstballen, van klein tot enorm groot en in alle kleuren van de regenboog. De  hele wereld kun je in de kerstboom hangen: ijsjes, fruit, auto’s, hamburgers van glas en alles bespoten met glitters. Je mond viel ervan open. Helemaal geweldig vond je de bewegende ijsberen en een meer dan mensgrote kerstman in een arrenslee. ‘Oooh’, zei je steeds en ‘waauw’. En toen kwam er ook nog een hele miniatuurwereld met bergdorpjes, een skilift, huizen, spelende kinderen, een kermis, auto’s, van alles.
Je raakte er niet op uitgekeken.
Helemaal aan het eind van al dat moois zag ik een paar kerststalletjes staan, van hout. Ik pakte er een uit de kast en liet het je van dichtbij zien. En wees op de dieren, op Maria en Jozef, en natuurlijk op de kribbe met een baby er in. ‘Dat is kindje Jezus’, zei ik. Maar je aandacht was alweer naar iets anders, bij iets met meer glitter en glans.

‘Ik hoop dat ook zo voor jou, dat jij opgroeit in een vredige en veilige wereld’
Het is ook maar een simpel verhaal. Over die twee mensen, Maria en Jozef, die op zoek naar een plek voor de nacht in een stal terechtkomen waar hun kind wordt geboren die de naam Jezus krijgt. Van wat Hij zei en deed zijn in de loop der tijd heel veel verhalen verteld en opgeschreven. Verhalen die de eeuwen hebben doorstaan en elke Kerst opnieuw mensen ontroert en sterkt. Maar waarom halen we dan al die ballen en versiersels en kaarsen erbij, een tuincentrum vol? Misschien wel omdat het allemaal bij dat kerstverhaal past. Het kind in die kribbe heeft het later over de zin van alles, over wat ons te doen staat, over geluk en liefde. In die mooie kerstballen kunnen we onszelf zien en nadenken over ons leven. Kijkend naar de lichtjes en de kaarsvlammetjes kunnen we hopen op meer licht en warmte voor mensen die somber zijn en bang. Daarom zetten we in de donkerste periode van het jaar een kerstboom in huis met kaarsjes en ballen. Omdat we verlangen naar licht en warmte en vrede. Ik hoop dat ook zo voor jou, dat jij opgroeit in een vredige en veilige wereld.

Ik zie ernaar uit om weer Kerst te vieren. Te luisteren naar dat oeroude kerstverhaal, te genieten van een goede maaltijd, omringd met geliefden, de geur van groen en de warmte van kaarslicht. En waar ik ook naar uitzie is de familietraditie om iedereen een boek te geven. Die zoek ik met zorg uit en schrijf er een persoonlijke brief bij. Jij krijgt er dit jaar ook weer eentje. Misschien wel een mooi prentenboek over het kerstverhaal.
En net als met andere boeken die we samen bekijken vraag ik je dan waar de ezel is en waar de ster. En waar het kindje Jezus te vinden is. En jij zult met je vingertje naar de kribbe wijzen en zeggen: ‘Die!’

Fijne Kerst Abel!

Opa Jos

(Bron: Petrus, magazine van de PKN)