De rivier en de zee

De rivier en de zee (1)
Sliedrecht, de parel van de Alblasserwaard, ligt aan de rivier de Merwede. Hiervandaan zijn in de loop van de tijd heel wat Sliedrechters vertrokken naar de zee om elders ter wereld, aan land en op zee, de handen uit de mouwen te steken. Van de rivier tot de zee.

De rivier en de zee (2)
Als we vandaag horen en lezen over de rivier en de zee, moeten we het Engels beheersen. Men gaat er hoe langer hoe meer van uit dat dit voor weinigen meer een probleem vormt, want horeca- en winkelpersoneel heeft in toenemende mate het Nederlands niet meer als spreektaal. Maar via het vlagvertoon en door kaartjes die de politieke partij DENK verspreidt, hebben we allemaal wel goed door wat er bedoeld wordt: ‘From the River to the Sea. Palestine must be free’. Het is de leus die bij talloze demonstraties ten gunste van de tegenstanders van de staat Israël klinkt. Met de zee wordt dan de Middellandse Zee bedoeld, met de rivier blijkens het kaartje de rivier de Jordaan. De boodschap is: heel het grondgebied van de staat Israël moet in Palestijnse handen komen en de staat Israël moet van de aardbodem verdwijnen. Weg met Israël. Nogal eens wordt dit nader ingevuld, overigens zeker niet door alle demonstranten, met: ‘weg met de Joden’. Joodse leerlingen overal ter wereld moeten worden beveiligd, synagogen gebarricadeerd, Joodse eigendommen beschermd. Een golf van hevig antisemitisme spoelt over de wereld. Israël krijgt van alles de schuld. Over de aanleiding tot de vreselijke bombardementen op Gaza horen we weinig meer: de gruwelijke terroristische aanslag waarbij 1300 Israëli’s de dood werden ingejaagd.

De rivier en de zee (3)
‘Van de Rivier tot de zee’. Waar heb ik dit meer gehoord? Jazeker, het is Bijbelse taal. Het gaat over een belofte van God. Lees maar Jozua 1:4: ‘Jullie gebied zal zich uitstrekken van de woestijn tot aan de Libanon, en van de grote rivier, de Eufraat, met het land van de Hethieten, tot aan de Grote zee in het westen’. Het is een belofte van de HEER aan zijn volk Israël, wanneer het aan de vooravond van de intocht in het beloofde land staat. De Grote Zee is evenals in de Palestijnse leus de Middellandse Zee. De Rivier is echter niet de Jordaan maar de Eufraat. Het gaat dus om een gebied dat zich uitstrekt van Egypte tot Babel. Duidelijk is dat de HEER voorzegt dat in de grote toekomst Israël niet langer speelbal zal zijn van vijandelijke machten. Het betekent niet een precieze landkaart met de grenzen van de staat Israël. Wie het Oude Testament er zorgvuldig op naleest, stelt al snel vast dat de landsgrenzen lang niet altijd dezelfde zijn geweest of in de toekomst als dezelfde worden voorgesteld. Het gaat om veiligheid die de HEER zal bieden. Hij doet zijn volk in vrijheid veilig leven! De omringende vijanden hebben niets in te brengen. Noch van de kant van de Grote Zee noch van de kant van de Rivier.

Belofte en opdracht
Er is dus sprake van een goddelijke belofte. Maar die gaat gepaard aan een opdracht. Drie moed-injecties. Drie keer klinkt het in Jozua 1: wees sterk en moedig. Maar de kracht ligt hem niet in wapengeweld, de sterkte van Israël moet gevonden worden in het nauwgezet en vastberaden handelen in overeenstemming met de Wet die de HEER gegeven heeft. Alleen dan zal Israël zijn doel bereiken, voorspoedig en veilig zijn.
Hierbij hebben we aan de vele wetten van Deuteronomium te denken. Ik wijs voor deze keer met name op Deuteronomium 20. Dit hoofdstuk bevat voorschriften voor een oorlog. Die zijn gericht op het welzijn van alle partijen. Strijders die pasgetrouwd of bang zijn, hoeven niet mee in de strijd. Een vijandige stad wordt altijd eerst vrede door onderwerping aangeboden. Het hoofdstuk eindigt met oog voor de schepping: vruchtbomen moeten gespaard blijven. Zo blijft er voedsel en wordt de toekomst in het oog gehouden. Zelfs de oorlogswet is dus gericht op vrede.
Naar die boodschap hebben wij zelf ook nog lang te luisteren. Zodoende zullen Israëli’s en Joden elders ter wereld, Palestijnen en Sliedrechters in vrede leven. Dan zullen ze zich laven aan de Rivier die uit de stad van Gods toekomst stroomt (Psalm 46:5) en niet meer bang hoeven te zijn voor de gevaren van de zee: want die zijn verleden tijd (Openbaring 21:1).

Een hartelijke groet uit de pastorie aan de Batelier, ds. G.J. Mink.