De zorg om wat verloren is


De zorg om wat verloren is
‘Iemand had twee zonen…’ (Lucas 15: 11)

De gelijkenis van Jezus uit Lucas 15 staat in veel (kinder-)Bijbels bekend als die van de verloren zoon. Het is niet zo vreemd dat velen dat op latere leeftijd ook zo onthouden. Maar het verhaal gaat eigenlijk om een vader die 2 zonen had. Dus om 3 personen in eenzelfde verhaal, elk met een eigen rol.
Allereerst is daar het jongste kind, een zoon in dit geval. Hij vraagt zijn erfdeel op, nog voordat zijn ouders zijn overleden en zegt hiermee dus eigenlijk dat vader en moeder voor hem al dood zijn. We weten hoe het verder met hem is afgelopen. Na een losbandig leven raakt hij alles kwijt en voelt hij zich zo verloren dat hij teruggaat naar zijn vader en hem vraagt hem te behandelen als één van zijn dagloners.
Vervolgens is daar de oudste uit het gezin, ook dat is in het verhaal een zoon. Maar u mag daarin gerust ook een dochter lezen. Hij beklaagt zich bij zijn vader omdat die een groot feestmaal aanricht op het moment dat zijn jongste broer berooid en uitgehongerd thuiskomt. Altijd hard gewerkt op het bedrijf van zijn vader is hij jaloers en kwaad als hij hoort van de verwennerij van zijn broertje. Ook dit kind van zijn vader en moeder, komt als het ware in opstand tegen het liefdevolle gedrag van vader tegen zijn ‘verloren, maar weer teruggevonden’ zoon.
Ja, en dan kijken we recht in het hart van de vader, de derde persoon in deze gelijkenis.
Dagelijks heeft hij samen met moeder, gebeden en op de uitkijk gestaan of zijn jongste misschien weer terugkeerde. En toen hij hem ‘van verre zag aankomen’ rende hij hem tegemoet en viel hem om de hals. Geen uitbrander of wat ook, nee, feest moet het zijn want wat dood was is weer levend geworden. ‘Hij die verloren was, is weer teruggevonden’.
En wat zegt deze vader tegen zijn oudste zoon? Geen verwijt, geen kwaad woord. Nee, een liefdevolle ‘terechtwijzing’: ‘We konden toch niet anders dan feest vieren? En jij, mijn jongen, ben jij niet altijd bij mij en is alles wat van mij is, ook niet van jou?’
Veel (groot-) ouders herkennen zich vandaag de dag in deze gelijkenis. ‘Mijn kinderen doen er niets meer aan en komen niet meer in de kerk’. Ik geef u in overweging te reageren als de vader uit Lucas 15. Mag uw kind, (klein-) zoon of -dochter, een ‘verloren’ zoon/dochter zijn?

En ten slotte, nog even dit.
Voor het Huis van de Kerk ontving ik deze week € 15,-.

Een liefdevolle groet, Pastor Harm Jansen, harm1.jansen@ziggo.nl.