Zondagmorgen 20 augustus ging het n.a.v. Psalm 27: 14 over ‘wachten op God’. Dat gaat in tegen de drang om vooral (veel) dingen te willen dóen en dat leert ons dat wij (gelukkig!) niet de hoofdpersoon hoeven te spelen in ons eigen verhaal. Want God is de hoofdpersoon, in Zíjn verhaal. Op Zijn vaak onzichtbare, tegendraadse manier is Hij wel degelijk actief in deze wereld. Dat vraagt om gebed tot God, die deze wereld het echte leven geven wil, wat zichtbaar zal worden als Zijn koningschap doorbreekt. Daarop wachten we, present ín deze wereld.
Een voorbeeld van dat ‘actieve wachten’ kwam ik op het spoor in het boek Onder de wonderboom, dat we als predikanten van de HGS samen lezen. Eugene Peterson schrijft hoe hij Marcus 16: 6 en 7 gebruikt in zijn pastorale werk. Maar die woorden kunnen met ons allen meegaan. Daar staat: ‘Hij is opgewekt uit de dood, Hij is niet hier. (…) Hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zullen jullie Hem zien, zoals Hij jullie heeft gezegd.’ Peterson: ‘Tijdens ieder bezoek, iedere vergadering die ik bijwoon, iedere afspraak die ik nakom, was iemand mij voor. De opgewekte Christus is al in die kamer. Wat is Hij aan het doen? Wat zegt Hij? Wat is er gaande?’ Hij is deze tekst voorafgaand aan een afspraak of bezoek gaan citeren. En vult dan in plaats van Galilea de plek in waar hij wordt verwacht. Prachtige gewoonte om ons eigen te maken!
‘Als ik arriveer en de kamer binnenkom, vraag ik me niet zozeer af wat voor pastoraals (of wat je roeping en taak ook maar is, MV) ik zal gaan doen of zeggen, maar ben ik heel alert op wat de opgewekte Christus heeft gedaan of gezegd dat van dit leven een evangelieverhaal maakt. (…) We nemen deel aan iets dat al aan de gang is.’
Een hartelijke groet, ds. Michiel Vastenhout