Een graankorrel 

We naderen Golgotha. Jezus zelf belicht waarom de vrijdag van zijn dood niet Rampzalige maar Goede Vrijdag is. Hij illustreert zijn levenstaak aan de hand van een gelijkenis (Johannes. 12: 23-25). Het is als met een graankorrel. Het tarwegraan dat niet in de aarde valt en sterft, draagt geen vrucht. Het is daarmee niet onbelangrijk, integendeel. Je hebt graankorrels nodig bijvoorbeeld voor de bereiding van brood. Ze zijn nuttig, maar ze blijven alleen. Dat past Jezus toe op de situatie. Als Hij een rabbi zou zijn die genezingen doet, belangrijke toespraken houdt, duivel uitdrijvingen, bewerkstelligt, bemoedigt, vermaant en vertroost dan zou dat buitengewoon nuttig zijn. Maar dan bleef Hij alleen. Dan was het na verloop van tijd afgelopen en zou er misschien een museum voor Hem worden ingericht zoals voor Vincent van Gogh.
Maar de Here Jezus heeft een andere taak en een andere opdracht van zijn Vader in de hemel ontvangen. Gods mensenliefde vraagt lijden en dood. Jezus moet zijn leven geven. Hij vergelijkt zichzelf met een tarwekorrel die voor zaaigoed bestemd is, die in de aarde moet, in het graf, in de dood. Als Hij dat doet, zijn leven vrijwillig aflegt, dan zal Hij niet alleen blijven. Zijn dood zal veel vrucht dragen, leiden tot een rijke oogst. Het zal leiden
tot veel vrucht:
– Door zijn dood draagt Hij het oordeel, mijn veroordeling, die van Jood en Griek.
– Door zijn dood verzoent Hij de schuld, mijn schuld, de schuld van Jood en Griek.
– Door zijn dood overwint Hij de dood, mijn dood, de dood van Jood en Griek.
– Door zijn dood baant Hij de toegang tot het huis van de Vader waar voor mij een kamer in    orde wordt gemaakt, voor Jood en niet-jood.
Daarvoor moet Hij lijden en sterven. Zo worden wij verlost van de toorn van God, zullen wij nooit te schande worden, vrijgesproken worden in het oordeel van God, eeuwig met de Heer verbonden zijn. Veel vrucht. Niet voor weinigen maar voor velen. Niet alleen voor Joden, ook voor heidenen!
Wel is het noodzakelijk om Jezus te volgen. Wat is dat dan, volgen? Er moet radicaal gekozen worden. Er moet belijdenis komen. Maar nog meer dan belijden alleen. Het is
niet Jezus als rabbi nalopen. Het is dienstbaarheid met eventueel de uiterste
consequentie. Het betekent je eigen leven op de tweede plaats stellen en Jezus op de eerste plaats. Je eigen leven met je baan, je familie, je hobby, enzovoort, enzovoort. Jezus’ wil doen. Als je dat doet, bewaar je alles tot het eeuwige leven.
Dan zul je Hem volgen in zijn lijden. Dan zul je sterven, dan word je verheerlijkt met Hem.
Ben jij bereid om te volgen? Als je werkelijk tot Jezus komt, dan zul je Hem zien zoals Hij is maar dan wel in de weg van het volgen, in de weg van het lijden, in de weg van het sterven.
Kom dan, volg Hem in zijn dienst, in zijn lijden, en je zult Hem, de verheerlijkte, zien bij jouw verheerlijking in Gods grote toekomst.

Ds. G.J. Mink

Uit uw hemel zonder grenzen
Nieuwe Liedboek – Lied 527

Uit uw hemel zonder grenzen
komt Gij tastend aan het licht,
met een naam en een gezicht
even weerloos als wij mensen.

Als een kind zijt Gij gekomen,
als een schaduw die verblindt
onnaspeurbaar als de wind
die voorbijgaat in de bomen.

Als een vuur zijt Gij verschenen,
als een ster gaat Gij ons voor,
in den vreemde wijst uw spoor,
in de dood zijt Gij verdwenen.

Als een bron zijt Gij begraven,
als een mens in de woestijn.
Zal er ooit een ander zijn,
ooit nog vrede hier op aarde?

Als een woord zijt Gij gegeven,
als een nacht van hoop en vrees,
als een pijn die ons geneest,
als een nieuw begin van leven.

Neergedaald
Alsof God zomaar even langskwam, weer verdween en ondertussen een onuitwisbare indruk achterliet. Zo wordt Christus, zonder dat hij bij name wordt genoemd, in dit lied gepresenteerd. Als een vuur, als de wind, als een ster. Toch blijft het niet bij abstracte beelden: God kwam naar de aarde toe ‘met een naam en een gezicht’, als concreet en kwetsbaar mens. Voorzichtig, verkennend, tastend naar de mensen. De verbinding met deze mens is er niet alleen doordat God een medemens wordt, maar die wordt eens te meer uitgedrukt met het gebruik van de tweede persoon (‘Gij’) in het lied: er wordt niet óver God verteld, maar Hij wordt aangesproken, als in een gebed.

Christologie
In dit lied wordt een christologie (een zienswijze op Christus) naar voren gebracht van de Messias als vredebrenger, als levensbron, als woord dat mens geworden is, als voorganger op de weg van hoop. Daarbij horen ook paradoxale beelden die enerzijds het ongrijpbare ervan uitdrukken – een schaduw die verblindt, een pijn die geneest – en anderzijds stem geven aan het overweldigende, bijna fysieke gevoel dat Hij achterliet, schrijnend en helend tegelijkertijd.

Menswording – epifanie – lijden – sterven – begraven
Alle facetten van het verhaal van Jezus komen aan de orde. Kerst (‘als een kind zijt Gij verschenen’), de eerste verhalen van zijn leven (‘een mens in de woestijn’), de weg van het lijden (‘nacht van hoop en vrees’), het sterven (‘in de dood zijt Gij
verdwenen’) en de begrafenis (‘als een bron zijt Gij begraven’). Maar deze facetten komen niet in deze chronologische volgorde aan bod, maar verspreid door de hele liedtekst heen. Het is alsof de hele weg van lijden en dood al in zijn hele menszijn besloten lag.

Nieuw begin
Er blijven vragen achter. Is het met Zijn dood voorbij? Komt er ooit nog de vrede die Hij zou brengen? Maar door de vragen heen – en dat lag kennelijk ook al bij voorbaat in zijn wezen besloten – daagt de paasmorgen: het onverwachte beeld van de duisternis die licht is geworden midden in de nacht, de pijn die geneest, ‘een nieuw begin van leven’. Zo past dit lied, dat zo tekenend is voor de dichtkunst van Huub Oosterhuis en sinds het liedboek-1973 tot zijn veelgezongen liederen is gaan behoren, niet alleen in de tijd van epifanie (zoals het Liedboek aangeeft), maar kan het ook heel goed straks in de paastijd gezongen worden. Wat het vervolg is op dat ‘nieuwe begin’, dat is aan ieder van ons om dat in te vullen, geraakt en aangeraakt door deze
bijzondere mens.

Toelichting door dr. Oane Reitsma, predikant van de Protestantse Gemeente Enschede (Bron: Petrus, magazine van de PKN)