Een lap stof, meer is het niet op het eerste gezicht. Maar er zit meer achter het zogenaamde ‘antependium’. Of het nu gaat om een kleed voor de avondmaalstafel, een doek aan de voorkant van de kansel, of een decoratie aan de muur: het draait vooral om de symboliek. Het antependium (letterlijk: voorhangsel) is een onderdeel van de liturgische aankleding van de dienst en komt in verschillende vormen en maten. Meestal is het een lap stof, maar soms is het ook van hout of metaal.
In de katholieke kerk worden antependia al eeuwenlang gebruikt om het altaar een extra uitstraling van heiligheid en gewijdheid te geven. Het altaar is immers een bijzonder onderdeel van de kerk: het wordt gezien als de plek waar brood en wijn daadwerkelijk veranderen in het lichaam en bloed van Jezus.
Overbodige luxe
In protestantse kerken ging het er aanvankelijk soberder aan toe. Een antependium werd gezien als overbodige luxe. En misschien ook als ‘iets echt katholieks’, waar de eerste
protestanten niet zo van gediend waren.
Na de Reformatie namen protestanten dan ook grote soberheid in acht, ook wat kleur betreft. Alleen bij de viering van het avondmaal legden ze een wit kleed over de avondmaalstafel. Lutheranen en Anglicanen daarentegen behielden op veel plaatsen wel een sobere veelkleurigheid.
Terug van weggeweest
Onder invloed van de ‘liturgische beweging’ uit de jaren twintig van de twintigste eeuw kwam hier in calvinistische kerken geleidelijk aan verandering in. In protestantse kringen kwam meer aandacht voor het liturgische kerkjaar en de bijbehorende rituelen.
Ook ontstond er aandacht voor symbolen en het gebruik van kleuren.
Zo keerde ook het antependium terug van weggeweest, maar dan in een eigentijds jasje. In steeds meer calvinistische kerken kwamen doeken te hangen voor avondmaalstafel, kansel en (eventueel) lezenaar. Predikanten gingen een stola in dezelfde kleur dragen als het antependium over hun toga.
Perspectief
Veel kerken hebben hun eigen antependia, soms ontworpen door gemeenteleden. Soms fungeren de doeken alleen als toevoeging op het avondmaalskleed, soms hangt er standaard een lap stof aan de kansel. Vaak wisselt die wel door het jaar heen, zodat de kleuren en symbolen passen bij de tijd in het liturgisch jaar.
Op deze manier plaatst het antependium de dienst in perspectief: de viering vindt plaats op een specifiek moment in het jaar en daar horen een bepaalde sfeer en symboliek bij.
Liturgische kleuren
Door het kerkelijk jaar heen worden vier kleuren gebruikt: wit, rood, paars en groen. Deze hebben elk een eigen betekenis:
Groen: het liturgisch kerkjaar is overwegend groen. Deze kleur symboliseert groei en hoop, het goede leven, verwachting. Groene antependia worden vooral gebruikt na de kerstperiode (dus vanaf 6 januari) tot Aswoensdag, en in de periode tussen Pinksteren en Advent, een overwegend feestloze tijd in het kerkelijk jaar.
Paars: is de kleur van soberheid, bezinning, inkeer, rouw en boete. Deze kleur wordt gebruikt tijdens Advent, omdat dit de tijd is waarin de kerk stilstaat bij de komst van Christus. Op de derde zondag van Advent wordt vaak een lichtere kleur paars gebruikt, bijna roze. Die symboliseert de vreugde omdat Kerst bijna aanbreekt. Tijdens de Veertigdagentijd is paars opnieuw de liturgische kleur.
Paars als kleur van de soberheid is eigenlijk bijzonder, want vroeger was paars – purper – zo’n beetje de duurste kleur.
Hij kon alleen worden gemaakt met pigment uit de klieren van een bepaalde soort slakken. Paarse stof was daardoor meer waard dan goud. De drager kreeg er automatisch een bijzondere status door. Wie het kon betalen – koningen, keizers, kerkelijke heersers – had duidelijk aanzien.
Wit: is de kleur van reinheid, nieuw leven, bevrijding, licht, feest en vernieuwing. Deze kleur is de dominante kleur tussen de verschillende feesten en seizoen door: vanaf Kerst tot en met 6 januari en tussen Pasen en Pinksteren.
Rood: is de kleur van vuur en inspiratie en verwijst naar de heilige Geest. Traditioneel wordt deze kleur alleen ingezet tijdens Pinksteren. Sommige gemeenten gebruiken de kleur ook bij het bevestigen van ambtsdragers in een nieuwe functie.
(Bron: Petrus Magazine PKN)