Vorige week was het èn de Stille Week èn de Boekenweek. Deze twee lijken
weinig met elkaar te maken hebben.
Het eerste heeft een sterk bezinnend karakter, het tweede heeft veel meer te maken met uitgelatenheid.
Maar dan zijn we te veel bezig op heteerste gezicht. Dit jaar is het thema van de Boekenweek namelijk ‘eerste liefde’. Christenen die enige Bijbelkennis bezitten, denken dan ongetwijfeld aan een briefje van de Here Jezus. Johannes moet dit verzenden aan de gemeente van Efeze (Openbaring 2: 1-7). Hierin prijst de Heer zijn kerk ter plaatse: ze zetten zich prachtig in en het loopt gesmeerd. Ze letten ook op dat alles in goede orde geschiedt en dat dwaalleer de pas wordt afgesneden. Maar er is één probleem. Dit is van fundamentele aard: de ‘eerste liefde’, de ‘liefde van weleer’ is verdwenen. Het ging wat op de automatische piloot.
Activiteiten waren er genoeg. Maar waar was de verrassende ontdekking van de liefde van de Heer? Waar was de verknochtheid aan de Heer gebleven? De Here Jezus roept de gemeenteleden op zich te bezinnen.
Dat is mooi: juist het thema van de boekenweek roept tot bezinning. Daarom was het misschien toch wel een mooie combinatie.