Gedicht

Onlangs overhandigde een betrokken gemeentelid enkele gedichten, waarvan ik er nu één en op een later moment een volgende doorgeef:

Die je koesterde en liefhad,
Dierbaar en een deel van jou,
Is je door de dood ontnomen
En een leegte is gekomen,
Zonder kleur, maar vol van rouw.

Ach, wie peilt de donkere diepte
En het eindeloos geis;
Het verdriet, waardoor je tranen
Blijven stromen omdat ‘samen’
Nu niet langer ‘samen’ is.

Maar ik weet dat in de stilte,
In de leegte en de pijn,
Als je, zó alleen, moet huilen,
Je dan stil bij God mag schuilen,
Want Hij wil jouw Trooster zijn.

En al voel je je verlaten,
Is de eenzaamheid dichtbij,
Weet dat God altijd blijft zorgen,
Voor Hem is geen leed verborgen;
Dat biedt troost: Hij is nabij!