Bij het voorbereiden van het doopgesprek van afgelopen maandag, las ik in het mooie boekje van Tish Warren, dat we ook lezen als Algemene Kerkenraad, Liturgie van het alledaagse. Daarin schrijft ze prachtig over de doop in het hoofdstuk ‘Wakker worden’. Het was mooi om deze woorden maandag met elkaar te lezen, en ik deel er hier graag een gedeelte van, ook als voorbereiding op de doopdienst van 8 september. Immers, als er gedoopt wordt, is dat altijd een gelegenheid om ons onze eigen doop te herinneren.
‘Doop is het eerste woord van genade dat over ons wordt uitgesproken door
de kerk. In mijn kerkelijke traditie, de Anglicaanse Kerk, dopen we kinderen. Voor ze met hun verstand het verhaal van Christus kunnen begrijpen, voor ze een geloofsbelijdenis kunnen beamen, voor ze rechtop kunnen zitten, naar de wc kunnen gaan of iets kunnen bijdragen aan het werk van de kerk, wordt er genade over hen uitgesproken en worden ze aangenomen als leden van de kerk.
Ze worden tot Gods volk gerekend voor ze ook maar iets van zichzelf kunnen laten zien.
Toen mijn dochters gedoopt werden, hielden we een groot feest met cupcakes en champagne. Samen met onze gemeenschap zongen we ‘Jesus Loves Me’ voor de pasgedoopte kinderen.
Het was een proclamatie: voor je het weet, voor je eraan kunt twijfelen, voor je het belijdt, voor je het zelf kunt zingen, ben je geliefd door God, niet door jouw inspanningen, maar dankzij Christus’ verdiensten voor jou. Wij zijn zwak, maar Hij is krachtig.’
‘Als christenen worden we elke morgen wakker als gedoopte mensen. We zijn verenigd met Christus en de Vader heeft zijn goedkeuring over ons uitgesproken. Vanaf het moment dat we wakker worden, zijn we gekenmerkt door een identiteit die ons gegeven is door genade: een identiteit die veel dieper en echter is dan welke andere identiteit ook die we ons die dag zullen aanmeten.’
Een hartelijke groet, ds. Michiel Vastenhout