Geplant in het huis van de Heer

Afgelopen zondag was het de eerste dienst van 2021. Een bijzonder moment, waarop 2 kinderen gedoopt mochten worden. Kun je het jaar nog met iets mooiers beginnen?
Ds. Mink mocht de dienst leiden en hij deed dat aan de hand van Psalm 92. Een bijzondere psalm, waar meer in zit dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Het is een lied voor de sabbat. Een lied waarin de lofzang wordt aangeheven, waarin we mogen juichen om wat Gods hand verricht. Toch denken we allemaal weleens dat mensen die niet geloven het maar makkelijk hebben. Het is niet zo dat een gelovige het hier op aarde beter heeft dan een niet gelovige, en dat zouden we eigenlijk wel eerlijker vinden, hier alvast een stukje hemel ontvangen! Wat we echter vergeten is dat Gods Koninkrijk niet van deze wereld is. Ons geloof in God en zijn Liefde voor zijn kinderen brengt ons wel daar waar we uiteindelijk willen zijn.
Bij Hem! En dat is een plaats waar de ongelovigen nooit zullen komen schrijft de psalmist. ‘De wetteloze gedijen als onkruid en de onrechtvaardigen bloeien alleen om te worden verdelgd voor altijd’. Voor hen geen Hemel en thuiskomen in Gods huis. Deze wetenschap zorgt ervoor dat we geen angst hoeven te kennen. We staan als ‘palmbomen en ceders geplant in het huis van de Heer’. Palmbomen als een soort juichkreet naar de hemel en wanneer een dadelpalm bloeit is hij zwaar van de vruchten. Een ceder is altijd groen en kan duizenden jaren oud worden. Wat een prachtige vergelijking.
We mogen juichend, vruchtdragend, krachtig en fris in Gods huis geplant staan. Zo zijn nu ook de twee dopelingen geplant in het huis van de Heer. Zij mogen van hun ouders het onderricht krijgen om tijdens het opgroeien God te leren kennen en lief te hebben, zodat ook zij met ons de lofzang gaande mogen houden.
Ook nu zien we vol verlangen uit naar die lofzang, die we met elkaar weer zo graag willen aanheffen. We mogen diep geworteld in het huis van de Heer wachten op dit moment!