God spreekt!

”Dat was het thema van de dienst van afgelopen zondag. God spreekt nog steeds tot ons, en gebruikt daarvoor vaak mensen. Daarbij moest ik denken aan een ontmoeting van zo’n 30 jaar geleden. Bij de vereniging waar ik toen lid was, werd een lezing gegeven over de onderwaterwereld. De spreker was een begenadigd verteller, die je meenam op een tocht door Gods bijzondere schepping. Ik voelde zijn passie en liefde in iedere vezel van mijn lijf, het leek wel een aanraking van God zelf. Na de lezing raakten we in gesprek. Toen hij een slok drinken nam, viel mijn blik op zijn onderarm en de tatoeage die daar was aangebracht. Hij zag me kijken en glimlachte. Daarna begon hij zijn verhaal: ‘Ja, dat zie je goed, ik ben Joods en heb in de oorlog in Auschwitz gezeten. In 1942, toen ik 10 jaar oud was, ben ik opgepakt door de Duitsers. In het daarop volgende jaar werd ik van concentratiekamp naar concentratiekamp overgeplaatst, om uiteindelijk in Auschwitz terecht te komen. In die hel, lukte het me toch op de één of andere manier te overleven. Een half jaar voor de bevrijding moest ik samen met medegevangenen een grote kuil graven. Daarna moesten we op de rand gaan staan en kwam er een groep Duitsers met geweren. We werden gefusilleerd. Ik werd als door een wonder niet geraakt, maar viel wel samen met de anderen in de kuil. Daar lag ik tussen de lijken in, doodsbang. De Duitsers kwamen met hun geweren met bajonetten en staken daarmee lukraak in het rond om er zeker van te zijn dat iedereen dood was. Opnieuw werd ik niet geraakt. Ik hield me dood, totdat er een groep medegevangenen de opdracht kreeg om de doden te controleren op gouden tanden en op te ruimen. Toen heb ik laten weten dat ik nog leefde. Ze hebben mij in hun barak verstopt tot het einde van de oorlog en hun karig rantsoen met mij gedeeld. Na de bevrijding werd ik liefdevol opgevangen door een Pools gezin. Ze hebben mij lichamelijk en geestelijk weer zo goed en kwaad als het ging opgelapt. Na zo’n 2 jaar keerde ik naar Nederland terug en ging ik op zoek naar mijn familie. Het bleek echter dat niemand de oorlog had overleefd. Ik was alleen op de wereld. Dit zorgde ervoor dat ik ook niet meer wilde. Ik melde me aan voor militaire dienst en volgde een opleiding voor het meest gevaarlijke beroep wat er was, opgeleid worden tot duiker om mijnen op zee onklaar maken. Dit, met de hoop te verongelukken. Ik werd echter langzamerhand gegrepen door de schoonheid van de schepping en kreeg een nieuw doel in het leven. Ik volgde een opleiding tot bioloog om me totaal te kunnen bezighouden met de schepping. Zo vond ik het leven terug en ook de liefde.’
Dit bijzondere verhaal kwam zondag weer boven, vooral ook in combinatie met de viering van 75 jaar vrijheid a.s. week. God sprak, door hem heen, tot mij van hoop en verwachting door alle duisternis heen. En ook al vieren we onze vrijheid nu in onvrijheid, we mogen vertrouwen op God, ‘wat de toekomst brenge moge’.”
Ds. G.J. Mink