Gods politiek

Tijdens de dienst van afgelopen zondag, waarbij ds. M. Vastenhout uit Eethen voorging, stond een aantal gedeelten van Jeremia centraal (Jeremia 45: 1-5, 46: 1-2, 25-28, en Jeremia 49: 28-39). Dit zijn eigenlijk politieke beschouwingen over het wereldbeeld van toen. De oude mogendheid van Egypte, tegen het opkomende rijk van Babel. En de Joden die daar tussen ‘vermalen’ worden. God geeft aan dat Egypte aan het einde van zijn bloeiperiode is gekomen, maar dat ook voor Babel de heerschappij niet zal blijven duren. God heeft het eerste en het laatste woord en grootmachten komen en gaan.
Zelf heb ik op diverse plaatsen gestaan die nog vertellen van macht en overheersing, maar die ook allemaal weer ten onder zijn gegaan. De tempels en piramides van Egypte, de rijken van de Azteken en de Maya’s, de forten in Azië, uit de tijd van de VOC, de concentratiekampen van het Derde Rijk. Het is allemaal geschiedenis. En ook de grootmachten van nu zullen niet eeuwig grootmachten blijven. Zelfs ons eigen Europa zal niet altijd tot de rijke westerse wereld blijven behoren.
Waar we ons echter aan vast mogen blijven houden is Gods belofte, dat hij ons niet los zal laten. Op alle plaatsen waar ik geweest ben staan ook kerken, kerken die het toonbeeld zijn van Gods aanwezigheid op onze aarde. Laten we met elkaar niet te bekrompen kijken naar het hier en nu, maar met de geschiedenis als leermeester kijken naar een toekomst waarin God ons nooit alleen zal laten, ook al overkomen ons verschrikkelijke dingen.
De aarde en alles wat erop leeft is van Hem en wanneer we ons vertrouwen op Hem stellen zal het altijd goed komen, in dit leven of in het volgende. Dat leerden Jeremia en zijn ‘secretaris’ Baruch toen, en dat mogen wij ook nog steeds ervaren!