Het stokje doorgeven

Afgelopen zondag mochten we er getuige van zijn dat ds. Michiel Vastenhout in een dienst geleid door ds. G.J. Mink werd bevestigd als predikant in Wijk 2. In de middagdienst mocht hij intrede doen in onze gemeente. Een feestelijke dag en stralend weer, met tussen de middag een gezellige lunch voor de genodigden en de gelegenheid aan te schuiven bij de picknick in Wijngaarden.
Tijdens de bevestigingsdienst werd stilgestaan bij Efeze 4: 1-16, waar Paulus de gemeente vertelt over het lichaam van Christus, waarvan Hij het hoofd is en de kerk het lichaam.
Een lichaam heeft de samenhang van de lichaamsdelen nodig om te kunnen functioneren. Zo moeten ook wij -als kerk- als één lichaam samenwerken en daarvoor is ieder nodig, met zijn gaven en talenten. Daarbij neemt de herder en leraar een belangrijke plaats in.
Er is dan ook volop dankbaarheid dat we weer ‘voorzien’ zijn. Al betekent dat niet dat we nu maar achterover kunnen leunen en nietsdoen. Zo werkt een lichaam ook niet.
Tijdens de middagdienst stonden Psalm 145 en Openbaring 5: 6-14 centraal. In de psalm zingt David God de lof toe en roept hij ons op om tot in eeuwigheid Gods heilige naam te prijzen. In Openbaring zien we dat deze lofprijzing nog steeds doorgaat. Zo mogen ook wij ‘lof’ spreken tot eer van God! We mogen ons dan ook ‘orthodox’ noemen, Een woord dat niet altijd even geliefd is, maar waarvan de vertaling niet alleen ‘recht in de leer’, maar eigenlijk meer ‘recht in de lofprijzing’ is. En lofprijzen mogen we, met hart en hoofd en handen.
Terugkijkend op 14 maanden vacaturetijd heb ik zelf reden genoeg gehad om God te prijzen. Zoveel mooie mensen die hun gaven wilden inzetten voor onze wijk en gemeente. Het was bijzonder! Zelf merkte ik dat ik iedere week opnieuw inspiratie mocht krijgen voor een stukje in het Kerkblad. In eerste instantie had ik het idee om dat af en toe te doen. We kwamen echter niet alleen in een vacaturetijd terecht, maar ook in coronatijd. Toen bleek dat de online kerkdiensten en het Kerkblad ongeveer onze enige link met de gemeente waren. Vanaf dat moment kreeg ik de inspiratie om iedere week een stukje te schrijven. Bijzonder was mijn ervaring, dat al tijdens het meebeleven van een dienst het idee mocht rijpen waar ik over kon schrijven en het dan ook in een uur op papier te hebben. Ook al jullie positieve reacties lieten merken dat het in deze bijzondere tijd een gewaardeerde aanvulling was. Nu mag ik het stokje doorgeven en mijn pen opbergen. Met HOOP kijk ik naar de toekomst, wanneer we elkaar weer echt mogen ontmoeten en we weer fysiek vorm mogen geven aan het lichaam van onze kerk, waarvan Christus het hoofd is. Dan kunnen we de mooie verhalen weer op die manier delen.
Bedankt!
Goede dagen gewenst en een vriendelijke groet,
Mieke van ’t Veer