Hoop

Onlangs publiceerde de Stichting Ideële Reclame (SIRE) een onderzoek. Hieruit blijkt dat 62 procent van de Nederlanders minder hoopvol is over de samenleving dan vijf jaar geleden. Hiernaast is 41 procent, meer dan vijfeneenhalf miljoen mensen, niet hoopvol. Schrikbarende cijfers. Er lijkt iets van uitzichtloosheid te zijn. En dan liggen depressies heel gauw op de loer. Nu is het goed te overwegen wat hoop is. In het algemene spraakgebruik is ‘hopen’ vaak synoniem met ‘niet zeker weten’. Je hoopt het, maar of het wat wordt? Een groot vraagteken. Maar als je geen hoop hebt in deze betekenis van het woord, ga je er dus vanuit dat er geen enkele verwachting is, althans niet in positieve zin. Het wordt niks meer.

Louis en Ivo
En als je geen hoop meer hebt, dan is alles verloren. Zo wist Ivo de Wijs (*1945), die prachtige muziek van Louis van Dijk (1941-2020) van tekst heeft voorzien. Afgelopen zondag was dit in het tv-programma ‘Podium Klassiek’ te horen. Louis, een van de bekendste pianisten van ons land, muzikaal zeer begaafd, was opgegroeid als zoon van de koster van de voormalige Prinsessekerk in Amsterdam. Les had hij gekregen van de in zijn tijd vermaarde organist Piet van Egmond, die ik vaak heb horen spelen en begeleiden. Een bijzondere man, zeer gelovig, heel toegewijd. Bij Louis is het in de loop van zijn leven vervaagd. Hij kon zich goed in de tekst van het lied van Ivo herkennen die als het ware mediteert over 1 Korintiërs 13, waar sprake is van geloof hoop en liefde.

Ik
Ik heb als kind geleerd
Wat goed was en verkeerd
En ook van de drie-eenheid: hoop, geloof en liefde, maar –
helaas

Helaas
Verloor ik ’t idee
Dat al ons wel en wee
Bestuurd wordt en gestuurd wordt door een
Iets of door een Grote Baas

En ik
Ik had de liefde lief
Misschien wat te naïef
Want ach, wie ik beminde was ik na een tijd
En tot mijn spijt
Weer kwijt

En tja
Zo werd ik blind en doof
Geen liefde, geen geloof
Maar wat ik van m’n leven niet verliezen wil,
is hoop – is hoop

De hoop
Op straks en op daarna
De hoop op: ja, hoera
De hoop die zachtjes zegt:
Schep moed
Al wat je doet
Komt goed, gaat goed

De hoop
Op eeuwen aan ’n stuk
Van wereldwijd geluk
De hoop die zegt: Het komt terecht –
dus zit niet bij de pakken neer
De hoop (die zegt)
Die zegt: Ik ben er morgen weer

Ivo en Louis vinden het niet zo erg het geloof verloren te hebben. Ook al betreuren ze teleurstelling in de liefde, zonder hoop kunnen ze niet…

‘Een toekomst vol van hoop’?
Paulus schrijft dat geloof eens verdwijnen zal. Niet omdat hij depressief is, maar hij weet dat geloven aanschouwen wordt. Hopen gaat volgens hem ook voorbij. Niet omdat hij tot de velen behoort die zich in het onderzoek van SIRE herkennen. Maar omdat hoop in Bijbelse zin stellige verwachting is. Omdat je het verwacht van de Heer die zijn belofte geeft en houdt. De Heer bereidt een heerlijke toekomst. Als dit werkelijkheid geworden zal zijn, hoef je hierop niet meer te hopen. Dit staat voor Paulus als een paal boven water. Het lijkt me heel waarschijnlijk dat het gebrek aan hoop in de huidige tijd, voor de voltooiing van al Gods plannen, alles te maken heeft met het feit dat het geloven de mensen door de vingers geglipt is. Of dat ze volstrekt vreemd aan geloven zijn. Hierom zou de verkondiging van het evangelie wel eens de beste bijdrage aan het verlevendigen van de hoop kunnen zijn. En laten we elkaar aanvuren om te blijven geloven nu de voltooiing nog niet daar is. Dan zullen we ons ook in de liefde blijven koesteren trouwens. ‘Hoop op de Heer, zijn dag komt nader’! Eén van de populaire liederen van SELA is: ‘Er is een toekomst vol van hoop’. Je begrijpt nu zeker wel dat deze zin niet klopt? In de toekomst zal er geen hoop meer zijn. Dan is namelijk onze verwachting werkelijkheid geworden. Het gaat niet om ‘een toekomst vol van hoop’, maar ‘hoop op de Grote Toekomst’. En dat is nog net wat anders.

Een hartelijke groet uit de pastorie aan de Batelier, ds. G.J. Mink