Eens in de drie weken houdt de Jachtlaankerk in Apeldoorn op zondag Kelderkerk. Jongeren discussiëren met elkaar over actuele maatschappelijke thema’s.
Vandaag: het kwaad in de wereld.
Een steile trap gaat naar het domein van de jongeren en kinderen van de Jachtlaankerk in Apeldoorn. Hun Kelderkerk is letterlijk in de kelder. Knalrode plofbanken, kubussen met gekleurde kussens en een barretje, zo ziet de ruimte van de ‘senioren’ eruit, de jongeren van twaalf tot zestien jaar.
Tegen tienen druppelen ze binnen. Vandaag zijn ze met z’n achten. Jeugdleider Evelyn vraagt hoe het handballen ging en of ze nog op stap zijn geweest. Er was wel een feest, maar daar was weinig aan, volgens Lieke. Evelyn, die in het zuiden van het land is opgegroeid, haalt met duidelijk plezier jeugdherinneringen op aan het carnaval in Brabant. Aan de glazige blikken is te zien dat de aantrekkingskracht ervan op haar gehoor niet echt overkomt.
Stof en spinnenwebben
De meesten zijn hier omdat het van hun ouders moet. Dat geldt ook voor Ilse, maar ze haast zich te zeggen dat ze het óók gezellig vindt. Quinten vond bijvoorbeeld de avond over Halloween leuk, toen ze met z’n allen door de donkere ruimte onder de kerk kropen, vol stof en spinnenwebben. En Lise herinnert zich de avond over de kledingindustrie. Dat van een spijkerbroek van tachtig euro maar 43 cent naar de 17 makers ervan gaat!
Allemaal vinden ze de Kelderkerk in ieder geval beter dan een gewone kerkdienst, waar je de hele tijd moet zitten en luisteren en niets terug kunt zeggen. Evelyn herkent dat wel. Ze is zelf niet met het geloof opgevoed. Toen ze twintig jaar geleden met de kerk in aanraking kwam, was dat in het begin ook wennen.
Het doel van de Kelderkerk is dat de jongeren leren nadenken over dingen waar ze in hun leven mee te maken krijgen.
Dat doen ze onder begeleiding van een team van bevlogen jeugdleiders, in alle ruimte en zonder dat er een stempel op gedrukt wordt.
Waarom deed God niets?
Evelyn introduceert het onderwerp van vandaag en vraagt welke dingen er ‘super beroerd’ gaan in de wereld. Oorlog, honger, armoede en het klimaat worden genoemd. Ook de aardbevingen in Turkije en Syrië in februari hebben indruk gemaakt.
Waarom deed God niets?
In twee groepen verzamelen de jongeren argumenten voor of tegen de stelling ‘Al het kwaad komt van God’. En ja, ze mogen hun telefoon gebruiken. Daar hebben ze echter weinig aan, merkt Lieke al snel; Google geeft geen argumenten.
Geen Sinterklaas
Al snel wordt er geanimeerd gediscussieerd; eerst in groepjes, later plenair. Julian en Berend nemen hun rol als groepsvertegenwoordigers serieus en spreken de ‘geachte aanwezigen’ vanachter snel op elkaar gezette kubussen toe.
Berend stelt dat als God alles gemaakt heeft, Hij ook verantwoordelijk is voor het kwade dat mensen doen. En het is toch onrechtvaardig dat God mensen laat lijden onder de fouten van andere mensen, namelijk oorlog? Julian stelt dat God geen
Sinterklaas is. Als mensen geen aardbevingen willen, betekent dat dus niet dat die er ook niet komen. Cornélie denkt dat alles nog veel erger zou worden als God zou doen wat wij vragen. Lise stelt voorzichtig dat je van het kwaad misschien ook iets kunt leren. En als het kwade dat mensen doen van God komt, dan komt het goede van mensen ook van God. In dat laatste kan de meerderheid zich wel vinden.
God of de therapeut?
Wat biedt troost in het lijden? Evelyn laat twee filmpjes zien die duidelijk maken dat God bij lijdende mensen is en begrijpt wat ze meemaken. De boodschap landt niet helemaal. Wat heb je eraan dat iemand je begrijpt als je verkracht bent? Berend ziet nul argumenten waarom God in zo’n situatie dan toch goed is. En waarom zou je tot God bidden als er toch een bom op je flat valt, vraagt Lieke. ‘Je staat er dan toch gewoon alleen voor?’ Quinten vindt het wel een mooi idee dat er iemand naast je komt zitten die je begrijpt als je het moeilijk hebt. En Cornélie denkt dat het kan helpen om nieuwe herinneringen te maken. Toch blijft het een moeilijk onderwerp: kom je het kwaad te boven dankzij God, of gewoon dankzij de therapeut?
Voetstappen
In de kelder is het orgel te horen, een teken dat de kerkdienst boven bijna voorbij is. Ter afronding lezen de jongeren om beurten een stukje voor uit het gedicht ‘Voetstappen in het zand’. Evelyn legt de strekking ervan nog even uit, want de meesten zijn halverwege de draad kwijtgeraakt. God draagt je door moeilijke tijden heen en dat maakt het verschil als je lijdt. ‘Jullie kunnen het gedicht altijd nog nalezen in de app’, roept Evelyn.
En daarmee zit de Kelderkerk er weer op.
(Bron: ‘Petrus’, magazine van de PKN)