Kom nu naar Bethlehem!

Afgelopen zondag lazen we het vierde lied van de Dienaar van de HEER.
We herkenden er de Here Jezus in.
Dat was ons ingefluisterd door de evangelist Filippus. De Dienaar, de Mensenzoon, is gekomen van ‘alzo hoge, van alzo veer’. Dit vieren we met Kerst. Hij is de Dienaar die
zijn leven heeft gegeven. Willen we de diepe betekenis van Kerst snappen, dan geven Jesaja en de evangelisten hierover goede voorlichting.
Matthias Grünewald, de Meester van Isenheim, heeft dit in het altaarstuk dat hier is weergegeven, prachtig verbeeld. Het Paaslam dat met Kerst in de kribbe lag, is het
Lam dat de zonde van de wereld wegdraagt. Op Hem wijst ons Johannes de Doper.
Op Hem als het geslachte lam, uit wiens wond bloed druipt in de kelk, de avondmaalsbeker. Maria staat aan de andere kant, ze is de Mater dolorosa, huilend
om haar Zoon. De evangelist Johannes fluistert haar de woorden van de prediking van
de Doper in: ‘Zie het Lam, dat zonde van de wereld, ook jouw zonde, wegdraagt!’
En wie knielt er? Het is Maria uit Magdala, de eerste getuige van de opstanding.
De doeken waarin Jezus in de kribbe gewikkeld was en die Hij gedragen heeft toen Hij
in het graf lag, zijn er niet meer. Zij weet dat het Lam ‘staat’ als geslacht. Hij is opgestaan. Ze knielt neer en zegt: ‘Rabbouni, Meester’.
Matthias Grünewald nodigt ons uit om ook te gaan knielen voor de Heer. Laten we daar zondag in Bethlehem mee beginnen door te zingen:
Ik kniel aan uwe kribbe neer,
o Jezus, Gij mijn leven!