Libanon
We zingen in de kerk graag de sabbatspsalm 92. Hierin staan de mooie regels:
Zoals de cederbomen
hoog op de Libanon,
staan bij de levensbron
de nederige vromen.
Op de belijdeniscatechisatie lazen we vorige week over de Syro-Fenicische vrouw van wie Jezus zegt dat ze een groot geloof heeft (Mat. 15: 21-28). Ze kwam uit het gebied van Tyrus en Sidon, aan de kust van Libanon gelegen, ten zuiden van de hoofdstad Beiroet. Ten noorden van de hoofdstad ligt de plaats Byblos, waaraan het woord ‘Bijbel’ is ontleend, omdat hier de bakermat is van het schrijfmateriaal nodig voor de boekvervaardiging. En de beroemde ceders van de Libanon zijn door koning Ahiram, wiens paleis in Byblos staat, aan David en Salomo geleverd voor de tempelbouw in Jeruzalem. Zo kun je Libanon, net zoals Egypte, Jordanië, Syrië, Turkije en Griekenland, een Bijbels land noemen. Het speelt in Bijbelse tijden soms een positieve en soms een negatieve rol.
Dubbel gezicht
Vanwege het feit dat Libanon dus een bijbels land is, hebben we als christenen hierop een extra betrokkenheid. Vlak voor de corona-uitbraak (en waarschijnlijk ben ik daar besmet geraakt) bezocht ik met een aantal collega’s dit bijzondere land. Het is een land met twee gezichten. Aan de ene kant is het een van de meest vrije landen van het Midden-Oosten met een grote christelijke minderheid (bijna de helft) en is Beiroet lang een kosmopolitische stad geweest. Hierom houden velen ook van haar.
Anderzijds is het een land met een zwakke regering, die eigenlijk geen vrienden heeft en machteloos staat. Het regeringsleger heeft niet veel te vertellen. Hezbollah, ‘partij van Allah’ deelt in velerlei opzicht de lakens uit. Ze heeft een ijzeren vuist en houdt de samenleving in haar greep. Vlakbij de liefdesverklaring aan de stad, staat dit gewrocht:
In de Bekaavallei is het een aaneenrijging van vluchtelingenkampen en het ene na het andere portret van weer een ayatollah ontsiert de straat. Ronduit bedreigend, zo was mijn ervaring.
De situatie is zeer complex. Historische lijnen zijn vaak lang. Het volk lijdt en zucht eronder. En wat is de uitkomst? Hernieuwde vernietiging. En de tegenkrachten binnen de samenleving durven zich uit angst nauwelijks te roeren. Want terroristen leven te midden van vreedzame burgers. Dat is door de ‘piepergeschiedenis’ wel duidelijk geworden.
Hoop?
Is er nog hoop voor dit bange volk dat zoveel voor de tempel in Jeruzalem heeft betekend, waar Jezus geloof vond? Soms zinkt de moed een mens in de schoenen. Ik weet het antwoord op de door mij gestelde vraag niet. Ja, er is ultieme hoop, zeker! Maar op de korte termijn? Ik klamp mij vast aan het woord van die andere psalmist die van Tyrus zegt dat het in Sion is geboren en dat de Tyriërs zullen dansen en zingen voor de Here (Psalm 87):
God zal hen zelf bevestigen en schragen
en op zijn rol waar Hij de volken schrijft,
hen tellen als in Isrel ingelijfd
en doen de naam van Sions kind’ren
dragen.
Alphacursus
Ook dit seizoen is er weer een Alphacursus. Het is heel mooi te zien dat deze elk jaar weer in een behoefte voorziet en dat mensen via deze introductiebijeenkomsten in het christelijk geloof zeer gezegend blijken te worden.
Dankbaar mogen we hiervoor zijn.
We mogen niet alleen over God spreken, maar ook met Hem.
Over dit gesprek, het bidden, gaan we het dinsdag 15 oktober hebben.
Dan hoop ik de inleiding te verzorgen.
Laten we dit bijzondere evangelisatiewerk in onze persoonlijke gebeden gedenken.
Een hartelijk groet vanuit het Wilhelminapark, ds. G.J. Mink