4e Kwartaaldoel 2024: Fam. Vogelaar
Onderstaand een deel van het verslag dat fam. Vogelaar deelt uit het leven in de stad waar ze wonen.
Eind juni/begin juli zijn we als gezin opnieuw naar een eiland geweest waar alleen aanhangers wonen van de meerderheidsreligie. Daar zijn we al een aantal keren eerder geweest. We zijn daar als gezin om vakantie te houden. Tegelijk lopen we bijna dagelijks naar het dorp en bouwen contact met de bevolking op. Zo komt er als vanzelf ruimte voor gesprek over het geloof. Een paar voorbeelden:
– Op het resort waar we verblijven hebben we goed contact met het personeel. Zo ook met een wat oudere man die verantwoordelijk is voor de generator (die ons ’s nachts van stroom voorziet). Na een aantal gesprekjes over het gewone leven (waarin hij vertelde over een ernstig ongeluk), komt de man naar me toe en zegt: Ik wil nog wat met je delen. Ik moet je wat bekennen. Mijn vader was predikant. Als kind ging ik naar de zondagsschool. Als tiener actief op de jeugdclub. Toch ben ik nu moslim. Vanwege mijn vrouw. Toen ik haar leerde kennen, was mijn geloof niet sterk genoeg en heb ik met haar voor de Islam gekozen. Het gesprek daarna ging diep: over het ‘verkopen’ van Jezus. Ik bond de man op het hart dat het nooit te laat is om terug te keren en zich weer aan Jezus toe te vertrouwen.
– Het eiland staat vol kokosnotenbomen. Die kokosnoten leveren ‘copra’ op. Veel jongeren verdienen de kost door de hele dag de kokosbomen in te klimmen en de kokosnoten te ‘plukken’. Tijdens een eerdere vakantie had ik al eens kennis gemaakt met één van hen. Deze vakantie was het de derde keer. De jongeman weet natuurlijk dat ik dominee ben en hij begon uit zichzelf over een dominee die Ustadz (moslimgeleerde) geworden was. Ook sprak hij zijn verbazing uit over het feit dat christenen geloven in een God die zijn eigen kind een gruwelijke dood zou aandoen. In mijn antwoord ben ik ingestoken bij het ‘offerfeest’ een paar weken eerder waarbij in de moskee geiten en koeien geslacht waren. Een paar dagen daarna nodigde hij mij uit om de pasgeboren baby van zijn broer te bewonderen. De moeder bleek opnieuw zwanger te zijn. Niet vergeten dus om de volgende keer een kraamcadeautje mee te nemen.
– De reis van het vasteland naar het eiland is ongeveer zeven uur varen met een veerboot. Ik raakte in gesprek met één van de jongens uit de machinekamer. Het bleek een moslim uit een grote stad te zijn. We spraken over het vinden van een vrouw. Ik vroeg of hij vrij was om een christelijk meisje te kiezen. Zijn antwoord: als het meisje moslim wil worden, is er een kans dat mijn ouders (familie) akkoord gaan, maar anders is het een ‘no go’.
Ik vroeg of daarmee de vrijheid van godsdienst in Indonesië niet behoorlijk beknot wordt. Zijn antwoord: inderdaad, maar dat is de realiteit in Indonesië. Deze jongeman vertelde vervolgens over de discussies die hij met christelijke collega’s op het schip heeft. Ook vroeg hij mij wat dichter bij de Islam staat: het katholieke geloof of het protestantse geloof? In mijn antwoord benadrukte ik dat de verschillen tussen aan de ene kant de Islam en de andere kant het christelijke geloof groter zijn dan de verschillen tussen het katholieke en protestantse geloof. De Islam ontkent immers voor christenen fundamentele waarheden (zoals kruisiging van Jezus). Ook heb ik iets gezegd over protestanten die ‘bang zijn’ dat het eren van Maria en andere heiligen in mindering komt op het aanbidden en dienen van de ene ware God. Daarmee rakend aan iets dat ook de Islam kent: geen andere goden dan de ene ware God. Ten slotte iets gezegd over het concept van goede werken. Daarin lijkt het katholieke geloof misschien iets meer op het Islamitische. U begrijpt: een mooie gelegenheid om iets te vertellen over de bevrijdende, onvoorwaardelijke genade van God in Jezus Christus.
Persoonlijk ben ik elke keer weer dankbaar voor de dialoog. Waarin ik zorgvuldig probeer te luisteren, maar ook de gelegenheid krijg om iets te delen van de hoop die in me is. Ik deel een paar van deze ontmoetingen, opdat u/jij een indruk krijgt van de gesprekken en ook aangevuurd wordt om voor deze mensen te bidden.
Houd sterk aan in het gebed, en wees daarin waakzaam met dankzegging. Bid meteen ook voor ons dat God voor ons de deur van het Woord opent, om van het geheimenis van Christus te spreken. (Kol. 4: 2-3).