Op weg naar Pasen
Dit jaar valt Pasen vroeg. Al op 31 maart vieren we de opstanding van Christus. Dus is de tijd tussen Kerst en Pasen kort. We zijn dan ook in onze diensten na de bespreking van Lucas 1 tot en met 3 al gauw overgegaan naar een serie die veel met Pasen te maken heeft. Zo startten we al vroeg met de voorbereiding. Immers op Pesach klinkt het Hallel, de zes psalmen die we ook in deze weken met elkaar in de diensten overdenken. Wil je echt goed Pasen kunnen vieren, dan moet je je wel goed voorbereiden. Als je belijdenis gaat doen, gedoopt wordt, op Pasen je bij je doop laat bepalen, heb je echt wel een paar weken nodig om er werkelijk naar toe te leven.
Veertigdagentijd
Aan de paasviering gaat hierom een periode van bezinning en oriëntatie vooraf. Het is de tijd van voorbereiding op een nieuwe Godservaring. In de klassieke liturgische traditie duurt deze veertig dagen. Dit is een tijdsduur die in de Bijbel meermalen voorkomt. Mozes vast veertig dagen voor de ontmoeting met de HEER op de berg Sinaï. Elia vast veertig dagen voor de ontmoeting met de HEER op de berg Horeb. Ook Jezus vast veertig dagen voor de verzoeking in de woestijn die Hem bereid maakt om het werk dat Hem door de HEER is opgedragen uit te voeren. Vanwege deze Bijbelse symboliek is in de oude kerk gekozen voor een periode van veertig dagen van vasten. Hierin kan de gelovige zich voorbereiden op de hernieuwde beleving van het wonder van de verzoening van de zonden en het nieuwe leven door de kruisdood en de opstanding van Jezus Christus. Deze veertig dagen worden onderbroken door zes zondagen die nooit als vastendag gelden. Immers gloort op deze zondagen al iets van het paaslicht! Uit de Schriften wordt op deze zondagen dan ook niet alleen maar lijdensstof gekozen. Nee, de hele gang van God in de geschiedenis met de mensen, wordt aan de orde gesteld.
Inwijding
Geloofsleerlingen deden in de oude kerk in de paasnacht belijdenis van hun geloof waarbij ze de doop ondergingen. Drie jaren lang hadden ze in de catechese uitgebreid onderricht gekregen in het christelijk geloof. In de laatste weken kreeg dit een intensivering en leerden ze de Apostolische Geloofsbelijdenis, de Tien Geboden, het Onze Vader en de betekenis van de sacramenten van doop en avondmaal kennen. Precies die zaken die ook in de Heidelbergse Catechismus, een van de belijdenisgeschriften van onze kerk, uitgebreid besproken worden. In de zondagse kerkdiensten in deze periode werden steevast dezelfde Bijbelgedeelten gelezen. Als predikanten van wijk 1 en 2 sluiten wij ons dit jaar bij dit klassieke leesrooster aan. Het gaat dan op de volgende perikopen:
• Op 11 februari Mattheüs 4: 1-11, de verzoeking in de woestijn. De geloofsleerlingen hebben zich vertrouwd te maken met het geheimenis van het geloof, met de beproevingen van de Messias, die ook hen te wachten staan. Telkens dreigt het gevaar van de weg van God af te gaan. Bij hun belijdenis zullen de geloofsleerlingen de duivel afzweren.
• Op 18 februari Mattheüs 17: 1-9, de verheerlijking op de berg. Na volharding tegen de weerstand van de boze volgt de verheerlijking. Het lijden om Christus’ wil weegt niet op tegen de toekomstige heerlijkheid die de gelovigen zullen ontvangen.
• Op 3 maart Lucas 11: 14-28. De geloofsleerling wordt gewaarschuwd niet terug te vallen, maar onvoorwaardelijk voor Jezus te kiezen en het Woord Gods te horen en te bewaren.
• Op 3 maart Lucas 11: 14-28. De geloofsleerling wordt gewaarschuwd niet terug te vallen, maar onvoorwaardelijk voor Jezus te kiezen en het Woord Gods te horen en te bewaren.
• Op 10 maart Johannes 6: 1-15, de wonderbare spijziging. De geloofsleerling zal mogen deelnemen aan de viering van het avondmaal. De Heer is het die leeftocht voor onderweg
schenkt.
• Op 17 maart Johannes 8: 46-59. De geloofsleerling wordt erop gewezen dat alleen iemand die uit God geboren is, de dingen van God verstaat en hoop op de wonderlijke opstanding uit de dood kan hebben. De wedergeboorte wordt elders in het
evangelie genoemd de ‘geboorte uit water en geest’. Hierom past in deze dienst ook de lezing uit Exodus 15: 27-16: 7.
• Op 24 maart Mattheüs 21: 1-8. De geloofsleerlingen verwelkomen op palmzondag hun Heer als zij belijdend zingen: ‘Hosanna, gezegend Hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hoogste hemel’.
De Stille of Goede week
Na deze voorbereidingstijd begint de ‘goede week’. De start is volgens de traditie de lezing van het lijdensevangelie volgens Mattheüs. Ook dit jaar is er in onze gemeente weer een passiedienst, opnieuw met medewerking van Ars Musica onder leiding van Patrick van de Linden. Dan volgen de bezinningsavonden die eindigen met de kruismeditatie op Goede Vrijdag waar, in overeenstemming met de kerkelijke traditie, nogmaals het lijdens-evangelie wordt gelezen, nu de Johannespassie. De versie van Johann Sebastian Bach eindigt niet in mineur, maar in majeur: ‘Ich will Dich preisen ewiglich’.